De Surinaamse regering is bezig met een wetswijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) die aanzienlijke veranderingen met zich mee kan brengen op het gebied van erfrecht. Momenteel worden kinderen bij het overlijden van één van de ouders automatisch erfgenamen en hebben zij recht op een deel van de erfenis, de zogenaamde legitieme portie.
Dit recht zorgt echter in de praktijk voor aanzienlijke maatschappelijke problemen, waarbij de overblijvende ouder soms gedwongen is om het huis te verkopen om aan de financiële claims van de kinderen te voldoen. Dit kan ertoe leiden dat de overlevende ouder zonder huis komt te zitten.
De voorgestelde wetswijziging beoogt deze problemen te verhelpen door de overlevende ouder tot volledig erfgenaam (100%) te maken, waardoor de kinderen geen directe aanspraak meer kunnen maken op hun deel van de erfenis. De kinderen zouden in dit voorstel pas erfgenamen worden na het overlijden van de tweede ouder.
Volgens DNA-vicevoorzitter Dew Sharman, die ook de voorzitter is van de commissie van rapporteurs voor deze wetswijziging, is deze aanpassing in lijn met wat in de regio gebruikelijk is. In geen van de Caricom-landen bestaat de legitieme portie zoals die momenteel in Suriname geldt. Sharman benadrukt dat deze wijziging ervoor kan zorgen dat de overlevende ouder op dezelfde manier kan blijven leven, zonder gedwongen te worden om eigendommen te verkopen.
Sharman adviseert dat Surinamers meer aandacht moeten besteden aan het opstellen van een testament tijdens hun leven. Dit zou kunnen voorkomen dat er discussies ontstaan over wie wat krijgt na het overlijden van de ouders. Volgens hem biedt een testament zekerheid en voorkomt het toekomstige conflicten binnen het gezin.
De legitieme portie bedraagt momenteel de helft van het kindsdeel dat een kind zou ontvangen als er geen testament zou zijn. Het nieuwe wetsvoorstel zou deze regeling drastisch wijzigen om de positie van de overlevende ouder te versterken.