In het parlement hebben dinsdag tijdens de openbare vergadering de fractieleiders van de ABOP/PL Obed Kanapé en Ronny Asabina (BEP) hun bezorgdheid uitgesproken over de wateroverlast in het district Brokopondo. De situatie is zo ernstig dat het water de woningen van de bewoners is binnengedrongen.
Nu wordt het ergste gevreesd, omdat Staatsolie heeft aangekondigd tot augustus door te zullen gaan met het spuien van water uit het stuwmeer. Dit moet omdat de waterstand in het stuwmeer te hoog is. Vanwege de hoge waterstand moeten de mensen zich in boten verplaatsen in de dorpen die onder water zijn gelopen.
Klaaskreek, Nyun Lombé, Ballingsoela, Lebi Doti en zelfs het centrum van Brokopondo hebben te maken met wateroverlast. Verschillende toeristische oorden, productiebedrijven, scholen en huizen staan blank. Op sommige plekken is nog alleen het dak te zien. Er heerst een onhygiënische situatie, zegt BEP-fractieleider Asabina. Volgens hem zou het hier gaan om menselijk falen en inschattingsfouten.
Parlementsvoorzitter Marinus Bee begrijpt de bezorgdheid van de assembleeleden en vindt die ook terecht. Bee heeft tijdens de vergadering aan de griffie de opdracht gegeven om een missie voor te bereiden naar het gebied. Later vandaag zal een delegatie van het parlement zich oriënteren in Brokopondo.
Het districtscommissariaat is momenteel bezig na te gaan hoe groot de schade is.
Het Surinaamse bedrijf Bonanza Agro Industries heeft ook last van de wateroverlast. Op Facebook schrijft het bedrijf: “Investeringen vanaf het jaar 2015 gaan vanwege de weersverandering compleet verloren. In 2021 hebben wij voor het eerst te kampen gehad met hoge waterstanden maar niet van deze aard.”