“Voor mij was de aangifte van de verdwenen wapens een verrassing. Ik wist niet dat er wapens waren opgeslagen in een speciaal wapendepot thuis bij de ex-president.” Mathoera heeft deze informatie niet van de ex-minister van Defensie noch de bevelhebber. De informatie van ex-president Bouterse was voor haar compleet nieuw. Zij roept hem dan ook op om het Openbaar Ministerie hiervan op de hoogte te stellen.
“Na mijn aantreden heb ik gevraagd naar een overzicht van wapens en dat heb ik binnen twee weken gehad. Op de lijst die ik begin augustus in handen kreeg stonden er wapens genoteerd die wij in onze magazijnen hadden en wapens die uitgeleend waren aan diensten als onder andere DNV en de politie.” De minister zegt ook, dat Defensie nog bezig is om concreet na te gaan waar er wapens zijn die in het magazijn horen.
“Als de ex-president informatie heeft waar de wapens zijn moet hij als leider de verantwoordelijkheid nemen om dit te deponeren bij het OM zodat zij de informatie hebben om actie te ondernemen. Wapens buiten is een gevaar voor de veiligheid. Elk wapen in handen van iemand die niet bevoegd is, is een gevaar voor de samenleving.”
Het gaat hier om wapens van Defensie waarvan het ministerie niet weet waar ze zijn. “Het belang van Suriname zit erin om zo snel mogelijk de wapens binnen te krijgen. Ik denk dat de ex-president een grote bijdrage hieraan kan leveren. Niet door niets te zeggen en verwijten te maken, maar door verantwoordelijkheid te nemen zodat de wapens weer in de boezem van Defensie komen,” volgens de bewindsvrouw.
Mathoera hield tezamen met Defensiedirecteur Sherif Abdoelrahman, waarnemend bevelhebber Henri van Axeldongen en plaatsvervangend bevelhebber Werner Kioe a Sen een persconferentie.