Ondernemingen die worden geleid door vrouwen laten binnen het SURGE-programma een opvallend groeitempo zien, zo blijkt uit recent onderzoek van het Monitoring, Evaluatie en Leren (MEL) Team. Hoewel mannelijke ondernemers in absolute zin nog steeds de hoogste omzet draaien, tonen door vrouwen geleide bedrijven gemiddeld sterkere groei, hogere investeringsbereidheid en grotere personeelsomvang.
Het onderzoek is gebaseerd op maandelijkse verkoopgegevens en gestructureerde interviews met 239 kleine en middelgrote ondernemingen (MKB’s) uit Cohort 1 t/m 3 van het SURGE-programma. Daaruit komt naar voren dat vrouwelijke ondernemers hun bedrijven in de periode 2023–2024 met gemiddeld 21% in omzet zagen groeien, tegenover 12% bij hun mannelijke collega’s. Daarnaast investeerden zij gemiddeld acht keer zoveel: $19.804 tegen $2.370.
Ook qua werkgelegenheid laten vrouwelijke ondernemers zich gelden: gemiddeld hadden hun bedrijven in 2024 een personeelsbestand van 283 werknemers, waar door mannen geleide bedrijven gemiddeld 101 mensen in dienst hadden. Deze cijfers onderstrepen de economische impact van vrouwelijk leiderschap in het MKB-segment van Suriname.
Ondanks deze binnenlandse successen, blijft internationale uitbreiding een aandachtspunt. Vrouwelijke ondernemers blijken minder actief op exportmarkten dan hun mannelijke tegenhangers. Uit interviews blijkt dat dit deels komt doordat zij zich momenteel concentreren op het bedienen van de sterke binnenlandse vraag. Wel geven veel respondenten aan binnen enkele jaren internationaal te willen uitbreiden.
Wat verder opvalt, is de grotere marketingactiviteit van vrouwelijke ondernemers. Die inzet draagt waarschijnlijk bij aan hun snelle binnenlandse groei. Tegelijkertijd speelt gerichte ondersteuning van overheden en NGO’s een rol. Subsidieprogramma’s en initiatieven gericht op vrouwelijke ondernemers bleken doorslaggevend voor investeringen en bedrijfsgroei. SURGE stelde zich als doel om minimaal 40% van de deelnemers uit vrouwen geleide bedrijven te laten bestaan – een doel dat ruimschoots is gehaald.
De sectorale verdeling binnen het programma laat eveneens interessante verschillen zien. Vrouwelijke ondernemers zijn vaker actief in de voedselverwerking, terwijl hun mannelijke collega’s domineren in de agrarische productie. Dit verschil in eindproduct versus grondstofproductie kan mede de variaties in groeidynamiek en omzetstructuur verklaren.
Hoewel bedrijven van mannen gemiddeld nog steeds hogere verkoopvolumes draaien, laat het rapport zien dat vrouwelijke ondernemers snel terrein winnen. De combinatie van investeringskracht, personeelsgroei en marketinginzicht wijst op een sterke opmars van dit segment.
De bevindingen werpen de vraag op of het tijd is voor een specifiek SURGE-programma gericht op vrouwen. Met de inzichten uit dit rapport in de hand, ligt het nu aan beleidsmakers om te bepalen of extra stimulansen voor dit dynamische ondernemerssegment gerechtvaardigd zijn.