De Verenigde Staten hebben aangekondigd dat voormalig Surinaamse president Desi Bouterse en zes voormalige militaire functionarissen niet welkom zijn in de Verenigde Staten, samen met vier van hun familieleden. Dit besluit is genomen op basis van Sectie 7031(c) van de “Ministerie van Defensie, State, Foreign Operations, and Related Programs Appropriations Act”, vanwege hun betrokkenheid bij buitengerechtelijke executies van politieke tegenstanders tijdens de “December Murders” van 1982.
De VS heeft Suriname geprezen voor zijn inzet voor de rechtsstaat en de strijd tegen officiële straffeloosheid. Het beëindigen van straffeloosheid wordt gezien als een van de beste manieren om toekomstige misbruiken te voorkomen. Minister Blinken van Buitenlandse Zaken van de VS benadrukte het belang van juridische instellingen als cruciale pijler voor het behoud van democratie en bescherming van mensenrechten.
Bouterse en zijn mede-veroordeelden werden veroordeeld in de “Decemberzaak”, waarbij Bouterse een straf van 20 jaar kreeg opgelegd en de anderen maximaal 15 jaar. Toen Bouterse zich in januari moest melden om zijn straf uit te zitten, ontvluchtten hij en medeveroordeelde Iwan Dijksteel het land. Tot op heden zijn ze voortvluchtig, terwijl Benny Brondenstein, Stephanus Dendoe en Ernst Gefferie zich wel hebben gemeld bij de strafinrichting.