Een werkgroep van deskundigen van de Verenigde Naties (VN) heeft een tiendaagse missie uitgevoerd in Suriname om de situatie van personen van Afrikaanse afkomst te beoordelen. Tijdens het bezoek verzamelden de experts informatie over racisme, discriminatie en aanverwante vormen van intolerantie. De voorlopige bevindingen en aanbevelingen werden gepresenteerd tijdens een afsluitende persconferentie.
De delegatie, bestaande uit Barbara Reynolds, Miriam Ekiudoko en Isabelle Mamadou, bezocht verschillende locaties, waaronder Paramaribo, Totness, Albina, Brownsweg en Onverwacht. Zij voerden gesprekken met vertegenwoordigers van de overheid, de rechterlijke macht, maatschappelijke organisaties en burgers die zich inzetten tegen discriminatie.
Hoewel Suriname wetgeving heeft tegen raciale discriminatie, concludeerden de VN-experts dat er nog veel werk aan de winkel is. Ze wezen op structurele achterstanden in onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en gezondheidszorg. Ook het gebrek aan investeringen in infrastructuur in bepaalde gemeenschappen werd als zorgwekkend bestempeld.
Tijdens de gesprekken kwamen talrijke getuigenissen naar voren over uitsluiting en ongelijkheid. Vrouwen, jongeren en mensenrechtenverdedigers gaven aan beperkte toegang te hebben tot sociale voorzieningen en economische kansen. De VN-werkgroep benadrukte bovendien het belang van gedetailleerde statistieken over raciale ongelijkheid, om effectief beleid te kunnen ontwikkelen.
Naast hun bevindingen presenteerden de experts enkele aanbevelingen voor de Surinaamse overheid. Ze riepen het land op om volledig te voldoen aan internationale verdragen tegen rassendiscriminatie en actief deel te nemen aan initiatieven zoals het ‘Tweede Internationale Decennium voor Mensen van Afrikaanse Afkomst’. Het volledige rapport met gedetailleerde conclusies en adviezen zal worden gepresenteerd aan de VN-Mensenrechtenraad.