Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft afgelopen zaterdag tijdens een bijeenkomst van de ABOP aangegeven dat hij aanzienlijke druk ervaart vanuit het kamp van de president. Hij merkte op dat hij deze druk niet heeft ervaren tijdens de samenwerking met voormalig presidenten Ronald Venetiaan en Desi Bouterse.
Ondanks de uitdagingen binnen de regering, verzekerde Brunswijk dat hij niet van plan is om op te geven en vastbesloten is om door te strijden tot het bittere eind. “Er moet iemand zijn die voor het volk spreekt binnen de regering; anders is het gedaan met het arme volk,” zei hij.
Brunswijk wees erop dat er onder het ministerie van Sociale Zaken altijd een fonds heeft bestaan ter ondersteuning van sociaal zwakkeren, maar dat er sinds het aantreden van de huidige regering niet meer in dit fonds is gestort. “Hoe moeten we de armen helpen als de middelen ontbreken?” vroeg hij zich af.
Hij beloofde dat ABOP, als zij aan de macht komt, zich zal inzetten voor de ontwikkeling van kansarmen en een sterke focus zal leggen op gratis gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen. Daarnaast benadrukte hij de noodzaak om mensen te motiveren om verder te studeren.
Brunswijk kondigde ook aan dat jongeren tot 18 jaar verplicht naar school moeten gaan, omdat iedereen een bijdrage moet leveren aan de ontwikkeling van het land. Hij vroeg de aanwezigen om 100.000 stemmen te mobiliseren om zo volledige regeermacht te verwerven. “Onze partij heeft bewezen zich in te willen zetten voor de minderbedeelden,” voegde hij eraan toe.
Tijdens de bijeenkomst maakte activist Siebrano Piqué officieel bekend dat hij zich heeft aangesloten bij de ABOP. Hij gaf aan niet langer aan de zijlijn te willen staan en is bereid actief bij te dragen aan de partij.