Drie jaar na de verkiezingen van 25 mei 2020, die plaatsvonden te midden van grote financiële onzekerheden, blikt Suriname terug. De VHP, met hun slogan “Wo ‘Set ‘En'”, behaalde destijds een overweldigende overwinning met 20 zetels, in antwoord op de dringende roep om verandering. De verwachtingen waren hooggespannen, terwijl de kersverse regering onder leiding van de VHP voor een immense uitdaging stond.
De Covid-19-pandemie was net begonnen en de wereld ging geleidelijk op slot, waardoor een mondiale economische crisis ontstond. De inkomsten uit de toerismesector droogden volledig op. Vele bedrijven moesten sluiten vanwege de Lockdowns en tot overmaat van ramp waren de reserves van ons land bij de Centrale bank van Suriname (CBvS) gereduceerd tot negatief 140 miljoen USD.
De zittende NDP-regering had vanwege haar geldverkwistend beleid en onverzadigbare leenzucht geen geld meer om de meest basale uitgaven te doen, zoals onder meer het betalen van ambtenaren salarissen.
Te midden van deze onzekerheden werd de macht aan regering-Santokhi op 16 juli 2020, een maand eerder overgedragen. Om de staatsfinanciën op orde te krijgen startte de nieuwe regering aan een eigen herstelprogramma dat tijdens de verkiezingen beloofd was.
Gaandeweg was de noodzaak aanwezig om het traject van het herstelprogramma af te leggen met het IMF. Een van grootste uitdagingen was de enorme buitenlandse schuld van bijkans 4 miljard USD, die vanwege de ongunstige rente van enkele van de leningen, steeds verder dreigde op te lopen. Ook de subisidies op alle nutsvoorzieningen, de brandstof en vele andere producten en diensten, drukten enorm op de uitgaven van de overheid.
De onderhandelingen met de vele schuldeisers in verband met de herschikking van onze binnen- en buitenlandse schulden, zijn zo goed als allen afgewikkeld. Ook zijn de meeste subsidies reeds afgebouwd en kunnen we nu spreken van een reele economie. Binnenkort kunnen we na een stilstand van een jaar waarschijnlijk de 2e tranche van de IMF-lening onder gunstige aflossingsvoorwaarden, tegemoet zien.
In de tweede helft van het regeertraject zal de regering verder gaan trekken aan het herstellen van de economie en de monetaire situatie. Tegelijkertijd zullen de negatieve effecten bij het herstellen van de economie opgevangen worden door een sociaalprogramma, zoals koopkrachtversterking. De regering doet er alles aan om de sociaalzwakkeren tegmoet te komen met financiële injecties. Het sociaalprogramma zal voortgezet worden net zolang als dat nodig geacht wordt.
We moeten er samen de schouders onder zetten om de economie te herstellen, we moeten hard werken om de economie weer te herstellen. Niet alleen de regering, niet alleen de president, niet alleen de coalitie maar de gehele bevolking. De economie moet weer gaan bloeien en groeien waardoor de bevolking verzekerd kan zijn veiligheid, welvaart en welzijn. Suriname is van ons allemaal.
We zijn één natie, één volk, we zijn niet opgedeeld door historische, culturele,religieuze en etnische zaken, want onze grondwet kent één natie, één volk, één land en dat is Suriname. No las’ bribi, heb vertrouwen in deze regering onder leiding van president Santokhi.
