De voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), Steven Debipersad, heeft gewaarschuwd dat de Surinaamse politiek te afhankelijk is van de verwachte olie-inkomsten om de economische problemen in het land op te lossen. Hij benadrukt dat de jubelstemming na de ondertekening van de FID (met TotalAPA) op 1 oktober 2024 een verkeerd signaal geeft.
Debipersad stelt dat het vertrouwen in olie-inkomsten zonder een goede langetermijnplanning het land juist kan benadelen. Volgens Debipersad is het nu tijd om een goed ontwikkelingsplan op te zetten met concrete langetermijndoelen, waaronder het afschaffen van importproducten die hij aanduidt als ‘rommelproducten’.
Hij pleit ervoor om te onderzoeken of bepaalde producten lokaal geproduceerd kunnen worden om afhankelijkheid van import te verminderen. De inflatie, die tijdens de Covid-periode zeer hoog was, is inmiddels gedaald. Echter, na de machtswisseling werd het land geconfronteerd met een enorme devaluatie, evenals een stijging van de benzineprijs, wat op zijn beurt een sneeuwbaleffect had op de prijzen in alle sectoren.
Debipersad wijst erop dat de inflatie tussen 2020 en 2022 tussen de 40 en 60 procent schommelde, maar nu rond de 20 procent ligt en dalende is. Ondanks de daling blijft de inflatie in Suriname echter nog steeds hoger dan in veel vergelijkbare landen.
De regering heeft als reactie op de hoge inflatie de salarissen van ambtenaren verhoogd, maar Debipersad merkt op dat dit heeft geleid tot een opwaartse prijsspiraal. Na een periode van wisselkoersstabilisatie zijn de wisselkoersen de laatste maanden weer langzaam gestegen. Het is nog onzeker of deze stijging de prijsontwikkeling negatief zal beïnvloeden.
Debipersad benadrukt dat hoewel de daling van de inflatie positief is voor de economie, er nog veel werk te verrichten is om de prijsontwikkeling in Suriname verder te beheersen.