CEO Mot Kaplan van Kaplan Planners uit Israël, bracht de VP een bezoek op 08 februari jongstleden met in zijn gezelschap, de ambassadeur voor Suriname in Israël, Stevanus Noordzee. Er werd gesproken over de natuurlijke hulpbronnen van Suriname, zoals het regenwoud, de mangrovebossen en de kustlijn van Suriname, alsook over de klimaatverandering.
“Suriname kan verdienen aan haar tropisch regenwoud”, zei de CEO Mot Kaplan. Maar als we niet beginnen met het herbebossen van ondermeer de verlaten mijnen kunnen we de titel van het meest beboste land verliezen. Om deze titel te behouden moet tenminste 70 procent van onze grondvlakte bebost blijven. Dit belangrijke weetje deelde de heer Kaplan met Vice-President (VP) Ronnie Brunswijk.
Kaplan gaf aan dat een natuurlijke oplossing voor de afkalving van de kustlijn is het planten van mangroven. Mangroven zijn zeer belangrijk voor de biodiversiteit, de kustbescherming, het vastlegging van koolstof, waterzuivering en voor toerisme. De mangrove bossen leveren 10 keer meer koolstof dan het regenwoud. De VP beaamde dit en zei dat voor een goede bescherming van de kustlijn en de oevers van rivieren, de mangroven ver de rivier in moeten worden geplant. Hierdoor kunnen ze de golven afbreken en wordt landerosie voorkomen.
Kaplan sprak over een duurzame aanpak met internationale en Surinaamse deskundigen. Verder gaf hij ook het advies om onder toezicht van de overheid in plaats van bijvoorbeeld cassave te planten, over te gaan tot het planten van bomen. Het land gaat er profijt aan hebben, omdat er betaald zal moeten worden voor het bos. In aansluiting hierop verwees hij naar de overeenkomst van Parijs, VN akkoord over klimaatverandering. VP Brunswijk was het daarmee eens en dat als je
sustainable development goals wil behalen, je (bevolking) offers zal moeten brengen.