Tijdens een workshop gehouden in Royal Ballroom Torarica is er op 18 augustus 2022 een workshop gehouden over de noodzaak van de verdere verdieping van de vaargeul van de Surinamerivier. De workshop is bedoeld om de stakeholders te informeren over de op handen zijnde baggerwerkzaamheden, toekomstplannen op dit gebied en om de behoefte vanuit de maritieme sector vast te stellen.
In maart 2022 hebben baggermaatschappijen Boskalis De Boer een diepte bereikt van 4.5 meter. De werkzaamheden zijn uitgevoerd vanaf de territoriale wateren over een strekking van 68 kilometer tot en met Domburg. Momenteel is het proces voor aanbesteding gaande om de vaargeul ingaande december 2022 te verdiepen naar 5.5 meter. Indien Suriname optimaal wenst te profiteren van de economische voordelen is verdere verdieping van de vaargeul van de Surinamerivier vereist.
Michel Amafo, directeur van de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), heeft tijdens zijn presentatie aangegeven dat bedrijven die actief zijn in de olie- en gasindustrie in Suriname, een diepere vaargeul voor hun schepen behoeven. Simultaan met de volgende fase van baggeren zal er wetenschappelijk onderzoek verricht moeten worden om na te gaan welke diepte verantwoord is. Er zal ook nagegaan wat de sociaal maatschappelijke impact daarvan zal zijn op de samenleving, bijvoorbeeld de vissers. Daarnaast zal nagegaan worden wat de effecten zullen zijn op het milieu.
De MAS-directeur benadrukt dat het baggeren bedoeld is om de economie van Suriname duurzaam te stimuleren, wanneer het aankomt op de in en uitvoer van goederen. Met het uitdiepen van de vaargeul kunnen schepen hun laadvermogen verruimen en kunnen nog meer grote schepen Suriname aandoen. Het uitdiepen is een van de randvoorwaarden om meer investeerders naar Suriname te trekken .
Met de uitbaggering tot een diepte van 4.5 meter is de maximale invaardiepte bij vloed 7.3 meter. In de nog te komen fase voor uitbaggering tot 5.5 meter zal de maximale invaardiepte op 8.3 meter komen. De directeur zegt dat het de bedoeling is van de workshop om vast te stellen wat de volgende baggerdiepte zal moeten worden.
Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken, vond de presentatie overduidelijk. De baggeraar financiert het project voor. De gebruikers betalen voor het gebruik van de vaargeul en daarmee worden de investeerders terugbetaald. De overheid komt nauwelijks in,” aldus de bewindsman. Daarnaast is ook een consortium van lokale banken ingekomen met aanvullende financiering. Dit omdat het baggermateriaal bijkans tweemaal meer was, dan in eerste instantie vastgesteld.