De extra koopkrachtversterking die president Chandrikapersad Santokhi aan ambtenaren wil uitkeren, kan naar de productiesector en de gezondheidszorg. Daar heeft een ieder baat bij. Dat zegt ondervoorzitter van DA’91 Romeo Stienstra in gesprek met Culturu.com. In de laatste week van oktober vertelde Santokhi dat de regering voor eind van dit jaar een bedrag van USD 70 miljoen krijgt uit een meevaller van Staatsolie van ruim 90 miljoen.“De helft van dit geld gaat terug naar de samenleving vanaf 1 januari volgend jaar”, aldus de president. Los van de in juni uitgekeerde ondersteuningstoelage van SRD 1000 dat een jaar wordt uitgekeerd en de koopkrachtversterking van SRD 700 vanaf eind september aan ambtenaren, is de regering van plan om vanaf 1 januari opnieuw een koopkrachtversterking te geven, lichtte de president via de Communicatiedienst Suriname toe.
“Een hele populistische uitspraak van de president. De helft van USD 70 miljoen is USD 35 miljoen. Dat is veel geld. Dat geld kan in de productiesector of in de totaal vernietigde gezondheidszorg geïnvesteerd worden”, zegt Stienstra. Hij zegt verder dat het erop lijkt alsof de regering zich slechts druk maakt om de ambtenaren en niet om de totale bevolking. “Suriname bestaat niet alleen uit ambtenaren. We hebben ook mensen die werken bij het bedrijfsleven en het bedrijfsleven heeft het al moeilijk genoeg door de verhoging van de nutstarieven. De president moet hiervoor wel aandacht hebben”, aldus Stienstra.
Inmiddels heeft ook de Kamer van Koophandel en Fabrieken zich laten horen. Middels een brief herinnert voorzitter Jayant Padarath, parlementsvoorzitter Marinus Bee dat na de openbare vergadering van 21 oktober 2021, toen de verhoging van de energietarieven op de agenda stond, Bee tot slot had beloofd dat de kwestie van energietarieven in klein verband verder zou worden besproken tot dat alle partijen op een lijn waren. “We leven nu ruim 14 dagen verder en de KKF en de Verbruikersraad hebben nog niet gemerkt dat er iets is bereikt. Ondertussen is de derde EBS-rekening uit en komt de vierde rekening binnen een week eraan”, merkt Padarath in de brief op.
Voorts schrijft hij dat de Surinaamse Waterleidingmaatschappij en Telesur de tarieven marktconform hebben opgetrokken zonder enig transparante kostencalculatie te overleggen. “ Als klap op de vuurpijl hebben wij gemerkt dat er extra winsten worden gemaakt door Staatsolie welke door de regering worden gecommitteerd voor loonaanpassingen voor de landsdienaren”.
De KKF oppert dat de woekerwinsten van Staatsolie liever gecompenseerd worden met de Energie Bedrijven Suriname, zodat er verlichting komt voor de totale samenleving en met name het bedrijfsleven. De regering gaat volgens de KKF door met het verder verslechteren van de concurrentiepositie van Surinaamse ondernemingen.
Als reactie op de brief van KKF zegt Stienstra dat de regering niet zonder meer investeringen moet plegen bij de nutsbedrijven. “De regering moet eerst een clean-sweep houden bij deze bedrijven, anders is het geld stoppen in bodemloze putten. De samenleving wordt dagelijks geconfronteerd met corruptie schandalen in deze bedrijven. En niemand die wat eraan doet. Elke cent dat wij als samenleving extra betalen, is ook betalen voor de corruptieschandalen. De bedrijven moeten goed doorgelicht worden”, besluit Stienstra.