Canada stelt US$ 30.000 beschikbaar voor de ontwikkeling van de landbouw. Om de gemeenschap van het inheemse dorp Matta over dit project te informeren hebben de directoraten Duurzame Agrarische Ontwikkeling Binnenland (DAOB) en Duurzame Ontwikkeling Inheemsen (DOI) een bezoek gebracht aan dit dorp.
Suriname en Guyana zijn in competitie met elkaar om in aanmerking te komen voor het Canada fonds. Suriname mag zelf kiezen welk dorp voor dit fonds in aanmerking komt. De keuze is gevallen op het inheems dorp Matta. Er is volgens het F-pic principe gewerkt, waarbij de samenleving op de hoogte is gesteld over de regels om in aanmerking te komen voor het fonds en de gemeenschap zelf te vragen wat zij nodig acht voor de verdere ontwikkeling van het landbouwgebeuren in het dorp.
Om in aanmerking te komen voor het fonds mag er geen beschadiging optreden aan het milieu. Er moet een duidelijke en zichtbare vooruitgang zijn van de lokale gemeenschap, het voordeel moet op lang termijn zichtbaar zijn en liefst 80% van de betrokkenen moet uit vrouwen bestaan.
De bewoners waren enthousiast over het idee. De diverse ideeën bestonden uit de aanschaf van landbouwmachines, laarzen en handschoenen. Er werd zelfs geopperd biologisch mest te gebruiken zodat een gebied meerdere keren gebruikt kan worden. Er is afgesproken dat de definitieve eisen van het dorp, samen met het aantal telers en de verwachtingen hooguit vrijdag verstuurd worden.
Met deze informatie zal er een projectvoorstel gemaakt worden dat wederom voor de samenleving zal worden gepresenteerd. De deadline voor Suriname om het project in te dienen bij Canada is op 15 maart.
De delegatie bestond uit DAOB-directeur Hermien Pavion, DOI-directeur Loreen Jubithana, onderdirecteur Landbouw Martha Apai (DAOB), onderdirecteur Veeteelt Marion Henkie (DAOB), onderdirecteur Ontwikkelingsdienst Anna Lachman-Johannis (DOI), hoofd Regio Gemeenschapsontwikkeling Marvin Leefland (DOI) en beleidsadviseur Vivian Marbach (DAOB). De groep werd ontvangen door kapitein Wendelien Sabajo.