Uit een onderzoek, dat het Ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties (UNDP) heeft gedaan naar de sociaaleconomische gevolgen van Covid-19 in zeventien inheemse dorpen, blijkt dat de Covid-19-pandemie de werkloosheid, armoede en uitsluiting van deze groep heeft verergerd. Het onderzoek, dat in samenwerking met de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) is gedaan, wijst uit dat 43 procent van de inheemse huishoudens inkomen heeft verloren sinds het begin van de coronacrisis.
Daarnaast zijn de prijzen van voedsel, hygiëne producten en transport enorm gestegen. “De economische verslechtering vergroot het risico op besmetting. Daarnaast is de ongecontroleerde migratie, aangewakkerd door illegale mijnbouw, ook een potentieel risico voor verspreiding van het virus,” schrijft de UNDP in een blog.
Uit het onderzoek, dat digitaal werd gedaan, kwam onder meer naar voren dat 43 procent van de ondervraagde huishoudens zegt dat ze het moeilijk hebben om aan hygiëneproducten zoals ontsmettingsmiddelen en maskers te komen. Daarnaast geeft 55 procent aan dat hun grootste behoefte nu een goede gezondheidszorg is, en 25 procent geeft voedselzekerheid aan. De meeste huishoudens zeiden dat ze voedselhulp nodig hebben.
“Uit de gegevens die we hebben verzameld, blijkt dat er dringend behoefte is aan ondersteuning aan de overheid om de voedselzekerheid, toegang tot gezondheidszorg (inclusief persoonlijke beschermingsmiddelen), ziektekostenverzekering, sanitaire voorzieningen, onderwijs en werkgelegenheid voor inheemse gemeenschappen die worstelen met de impact van Covid-19, te verbeteren,” meldt de UNDP.
Verder wordt gemeld dat er een langetermijnstrategie ontwikkeld moet worden om de uitsluiting van inheemsen aan te pakken en ervoor te zorgen dat inheemsen worden betrokken bij beleidsvorming door hun vertegenwoordigers een stem te geven bij het ontwerpen van de Covid-19-respons en ander beleid.
“Hoewel de overheid hard werkt om de ongelijkheid in Suriname terug te dringen, speelt ook diepgewortelde uitsluiting een rol bij de verspreiding van de ziekte. Bijna de helft van de hoofden van Inheemse huishoudens spreekt geen Nederlands, wat een uitdaging vormt om het bewustzijn over COVID-19-bescherming te vergroten”, schrijft de UNDP verder.
De onderzoeksgegevens laten verder zien, dat deze situatie verder wordt verergerd door de lage digitale geletterdheid en slechte toegang tot apparaten zoals smartphones en computers. Het gebrek aan internet en elektriciteit treft ook onevenredig veel inheemse kinderen, die tijdens de pandemie moesten vertrouwen op leren op afstand. Veel inheemse huizen ontvangen echter geen televisie en radio.