TotalEnergies verwacht in het eerste kwartaal van 2026 te beginnen met het boren van putten voor de ontwikkeling van Blok 58 in Suriname, volgens de recent ingediende milieu- en sociale effectbeoordeling (ESIA) bij het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS). De energieproducent werkt in samenwerking met APA Corporation, waarbij beide bedrijven belangen hebben in dit veelbelovende blok.
De ESIA-rapporten onthullen dat TotalEnergies van plan is 32 putten te boren voor verschillende doeleinden, waaronder olieproductie, waterinjectie en gasherinjectie. Daarnaast zal er onderzeese infrastructuur, zoals umbilicals, risers en flowlines (SURF), worden geïnstalleerd om de exploitatie te ondersteunen. Ook zal een drijvend productie-, opslag- en losschip (FPSO) worden geïmplementeerd, met de verwachting dat het project na voltooiing wordt ontmanteld.
TotalEnergies heeft benadrukt dat onshore logistieke ondersteuningsfaciliteiten, evenals maritieme en luchtvaartdiensten, zullen worden ingezet om elke fase van het project te faciliteren. Deze grootschalige ontwikkeling volgt op de succesvolle beoordeling van de olieontdekkingen in de velden Sapakara South en Krabdagu, die gezamenlijk bijna 700 miljoen vaten aan winbare hulpbronnen bevestigden.
De FPSO, die wordt gebouwd door de Nederlandse scheepsbouwer SBM Offshore, zal de capaciteit hebben om twee miljoen vaten olie op te slaan en 200.000 vaten per dag te produceren. TotalEnergies heeft aangegeven dat het project op een verantwoorde manier zal worden uitgevoerd, met bijzondere aandacht voor het minimaliseren van de uitstoot van broeikasgassen. De faciliteiten worden ontworpen voor nul routinematige gasverbranding, waarbij het vrijgekomen gas volledig in de reservoirs zal worden teruggepompt.
Met een geplande start van de olieproductie in 2028 en een definitief investeringsbesluit dat op korte termijn wordt verwacht, markeert dit project een belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van de Surinaamse offshore olie-industrie.
