Op de Dag van de Arbeid heeft president Chandrikapersad Santokhi in een nationale toespraak zijn diepe waardering uitgesproken voor de werkende bevolking van Suriname. In een boodschap vol erkenning, solidariteit en hoop prees hij de inzet van Surinamers tijdens de moeilijke jaren die het land heeft doorgemaakt.
“Vandaag brengen wij diep respect en grote dankbaarheid aan u, de werkenden van Suriname,” sprak Santokhi. Hij roemde de veerkracht van de bevolking die, ondanks economische en sociale uitdagingen, is blijven werken, bouwen en geloven in een betere toekomst. Bijzonder noemde hij beroepen als leraar, verpleegkundige, landbouwer, buschauffeur, ondernemer en metselaar als het fundament van de samenleving.
In zijn toespraak kondigde de president belangrijke beleidsmaatregelen aan ter ondersteuning van werkenden. Zo ontvangen ambtenaren en gelijkgestelden binnenkort een extra financiële tegemoetkoming. Bovendien wordt het minimumuurloon verhoogd. “Maar we weten: dat is niet genoeg. We willen méér. Méér kansen, méér zekerheid, méér rechtvaardigheid,” benadrukte hij.
Santokhi verwees ook naar het overheidsprogramma Royalty’s voor Iedereen, dat tot doel heeft de opbrengsten uit natuurlijke rijkdommen rechtvaardiger te verdelen onder de bevolking. In het kader van duurzame ontwikkeling beloofde hij dat niemand wordt buitengesloten in de overgang naar een groene economie.
“Nieuwe kansen, nieuwe banen, voor u en uw kinderen – ongeacht waar u woont,” aldus de president. De toespraak eindigde met een oproep tot nationale eenheid: “Laten we samen blijven geloven dat hard werken loont en dat niemand alleen hoeft te staan. U bent niet vergeten. U bent het fundament van Suriname.”
