Wie is Jezus Christus? Onze redder en verlosser zeggen de Christenen. Een wijze leraar, een profeet zeggen Hindoes, Boeddhisten en Moslims ze weten ook dat Jezus iemand was die wonderen deed maar meer dan dat, was Jezus een profetische manifestatie, een Goddelijke reïncarnatie.
Jezus was een grote yogi zeggen sommige hindoes, want yogi’s hebben soms ook op water gelopen, zijn tientallen dagen zonder eten gegaan. Maar geen van hun heeft een Goddelijk leven voorspeld en vervuld, heeft doden opgewekt en is zelf, als voorspeld, uit de doden opgestaan.
Sommige mensen worden benoemd tot heiligen anderen presenteren zich als verlossers, grote Gods dienaren, ze wensten wel dat zij dat waren, want maar 1 maakt aanspraak op de titel van Koning van het geestelijke Koninkrijk, de zondeloze zoon van de levende God, die op Pinksteren, opstond uit de dood, gewoon!
Ieder mens wordt geboren en ieder mens gaat eens dood, neemt voor eeuwig afscheid, maar Jezus preekte, Geen nood! Wees niet bang voor het aardse einde, want wie in Mij gelooft zal eeuwig leven hebben. Stijg altijd uit boven haat, door liefde, overwin zonden door vergeving, door strijd. Bij het goede zal Ik je bijstaan en de waarheid maakt je vrij.
Zoveel is er nog over Pinksteren te vertellen, hoe Jezus werd gekruisigd, voor de zonden van de wereld werd hij de zondebok, hij overwon de dood en hoe hij zijn discipelen vervulde, met de Heilige Geest, te zien als een vuurtje boven hun hoofd en als een duif, hoe Jezus daarna zelf ten hemel voer en daarmee uit de aardse ellende trok.
Pinksteren is vreugdevol: Onze Lieve Heer is waarlijk opgestaan Hij liet zich kruisigen, voor onze zonden zodat wij vergevingsgezind in het leven staan en na onze dood in eeuwige liefde bij Hem voortbestaan. Op Pinksteren herdenkt men dit grote wonder, nauwelijks te bevatten of te beschrijven daarom ben ik gezwicht, voor mijn hele bescheiden Pinkstergedicht.
* Pinksteren, Jezus opstanding uit de dood is beschreven in het Nieuwe Testament van de Bijbel: door Matheus in hoofdstuk 28, Marcus 16, Lucas 24, Johannes 20 en 21, en Handelingen hoofdstuk 1. Eeuwen hiervoor was veel hiervan al voorspeld door de profeet Jesaja in het Oude Testament.