Het project ‘Wroko foe mek moni’ zal op de korte termijn door de overheid worden gelanceerd. Voor het project is een bedrag van SRD 50 miljoen gereserveerd door de regering. Het doel van dit project is om landelijk personen in de gelegenheid te stellen om een vak te leren met de bedoeling hen zelfredzaam te maken als werknemer of micro-ondernemer.
Tot in de wijken, districten en in het binnenland zullen trainingen door de Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling (SAO) worden verzorgd aan burgers. De focus zal daarbij liggen op kwetsbare groepen zoals jongeren, werklozen, personen met een beperking en dorpsbewoners.
Middels gerichte vaktrainingen zal de SAO inspelen op de behoeften van de verschillende doelgroepen. Ook zal dit project personen de mogelijkheid bieden om bijgeschoold te worden, waardoor zij hun skills kunnen verbeteren om het huidige werk te behouden of nieuwe taken binnen hun bedrijf te verkrijgen.
Dit project beslaat de volgende duurzame ontwikkelingsdoelen te weten: armoede bestrijding, kwaliteitsonderwijs, fatsoenlijk werk en economische groei. De duur van het project is vastgesteld op 18 maanden. De trainingen die onder andere verzorgd zullen worden zijn: Autobody repair, Lassen module-1, Automontage, Textiele werkvormen, Gawasa, Verpleegassistent, Webdevelopment, Micro shading, Kapperstraining-A, Manicure en Pedicure, etc.
In de afgelopen periode heeft de SAO samen met het Bureau Gemeenschapsprojecten van het ministerie van Financiën, kunnen aantonen dat ze in verschillende districten cursisten heeft afgeleverd. Hiermee geeft de SAO invulling aan het werkgelegenheidsbeleid van het ministerie van AWJ en levert tegelijkertijd een bijdrage aan de bestrijding van armoede in ons land. Intussen timmert de SAO al 42 jaren aan de weg.
Tegen bovengenoemde achtergrond geeft het ministerie aan erop te rekenen, dat bestuur, directie, staf, personeel, vakbond en cursisten van de SAO, zich van hun plicht zullen kwijten om de continuïteit van de trainingsactiviteiten te garanderen, zodat kansarme burgers hun kans om een vak te leren niet wordt ontnomen.