Suriname heeft officieel aan Brazilië gevraagd om de uitlevering van Joël ‘Bordo’ Martinus, bevestigt de Communicatieunit van het Openbaar Ministerie (OM). “Suriname wenst de uitlevering van een Surinamer die ervan verdacht wordt zich in Suriname schuldig te hebben gemaakt aan ernstige strafbare feiten, zodat hij daarvoor terecht kan staan,” aldus het OM.
Procureur-generaal (pg) Garcia Paragsingh diende het verzoek tot uitlevering in, gebaseerd op het Uitleveringsverdrag tussen Suriname en Brazilië van december 2004. Conform de regels van dit verdrag werd het verzoek van de pg, als centrale autoriteit, op 12 juli 2024 via diplomatieke kanalen naar de Braziliaanse justitiële autoriteiten gestuurd. Tot op heden is er nog geen reactie ontvangen op het verzoek, waarop geen specifieke termijn is gesteld.
Het OM vermeldt verder dat het formeel niet op de hoogte is of Frankrijk ook een verzoek tot uitlevering heeft ingediend en of Suriname het eerste of tweede land is dat om de uitlevering van Martinus vraagt.