Een team van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), onder leiding van Anastasia Guscina, heeft een akkoord op staff level bereikt met de Surinaamse autoriteiten over de voltooiing van de zevende evaluatie van het economische hervormingsprogramma van Suriname. Dit programma wordt ondersteund door de 36 maanden durende Extended Fund Facility (EFF). De besprekingen vonden plaats van 29 juli tot 8 augustus en richten zich op het beleid dat nodig is voor de afronding van deze evaluatie, aldus een verklaring van Guscina op donderdag.
Alle kwantitatieve doelstellingen voor de zevende evaluatie zijn behaald, met uitzondering van het doel voor het primaire saldo, zo bevestigde Guscina. De Surinaamse autoriteiten nemen echter corrigerende maatregelen om tegen het einde van het jaar alsnog aan deze doelstelling te voldoen. Ook vorderen de structurele hervormingen, wat volgens het IMF zorgt voor een positieve impuls in de economische hervormingen van het land.
De overeenkomst op staff level moet nog worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het IMF, afhankelijk van de succesvolle uitvoering van het overeengekomen beleid. Na goedkeuring zal Suriname toegang krijgen tot een uitbetaling van 46,7 miljoen speciale trekkingsrechten (SDR), wat neerkomt op ongeveer 62,5 miljoen USD. Dit brengt het totale bedrag aan uitbetalingen onder het programma op 451,2 miljoen USD.
Guscina merkte op dat de inspanningen van de Surinaamse overheid voor een verstandig macro-economisch beleid vruchten beginnen af te werpen. De economische groei wordt geraamd op 3 procent per jaar, terwijl de inflatie blijft dalen. Ook neemt de steun van internationale donoren toe en keren beleggers terug, wat de internationale reserves van het land versterkt.
Ondanks deze vooruitgang benadrukte Guscina dat de Surinaamse autoriteiten nog steeds geconfronteerd worden met aanzienlijke risico’s, vooral op de korte termijn. Capaciteitsbeperkingen en uitdagingen bij de uitvoering van beleid vormen grote obstakels, verergerd door de moeilijker wordende sociaal-politieke situatie in het land.
Op de langere termijn biedt de ontwikkeling van nieuwe olievelden echter een kans op versnelde groei, met een definitieve investeringsbeslissing die voor het einde van het jaar wordt verwacht. De olieproductie zou naar verwachting in 2028 kunnen beginnen, wat een belangrijke impuls zou geven aan de economische vooruitzichten van het land.