Suriname heeft grote economische vooruitgang geboekt: de inflatie is teruggebracht van 60% naar 10%, de monetaire reserve is gegroeid en de economie is gestabiliseerd. Toch blijft de weg naar financieel herstel lang en uitdagend. Tot 2028 zullen de inkomsten niet significant stijgen, terwijl het land aanzienlijke schulden en rentelasten moet aflossen. Daarom blijft strikte begrotingsdiscipline noodzakelijk, zelfs na het beëindigen van het IMF-programma in maart.
Vrijdag sloot de IMF-delegatie onder leiding van Anastacia Guscina de negende en laatste evaluatie van het programma af. Hoewel de definitieve resultaten nog moeten worden bekendgemaakt, werd tijdens een persconferentie benadrukt dat Suriname aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt. Minister van Financiën & Planning Stanley Raghoebarsing, de president van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) Maurice Roemer en IMF-delegatieleider Guscina onderstreepten dat het land een solide basis heeft gelegd voor economisch herstel.
Volgens Guscina is het indrukwekkend wat Suriname heeft bereikt en is het essentieel dat het huidige beleid wordt voortgezet, ook na afloop van het IMF-programma. Roemer benadrukte de toegevoegde waarde van het IMF bij het behalen van economische doelstellingen. Hij wees erop dat de rol van de CBvS is versterkt en dat de onafhankelijkheid van de bank is toegenomen.
Minister Raghoebarsing benadrukte dat het herstel niet alleen economisch van aard is, maar ook juridische hervormingen omvat. Verouderde wetgeving is aangepast en er zijn structurele hervormingen doorgevoerd. Met de inflatie en wisselkoers nu gestabiliseerd, blijft continuïteit van goed bestuur essentieel, ongeacht de verkiezingsuitkomst. Totdat de olie-inkomsten in 2028 beginnen binnen te stromen, moet Suriname financieel zorgvuldig blijven balanceren.
Het behouden van IMF-betrokkenheid wordt als belangrijk beschouwd om financieringsmogelijkheden te garanderen en internationaal vertrouwen te behouden. Ondanks de uitdagingen heeft Suriname een stevige basis gelegd voor een duurzamer economisch beleid.