Met de lancering van het nationale Diabetes Mellitus Protocol zet Suriname een belangrijke stap in de strijd tegen suikerziekte. Het ministerie van Volksgezondheid presenteerde dit protocol als onderdeel van het Suriname HEARTS Initiatief. De introductie richt zich op nascholing en begeleiding van gezondheidswerkers, met een speciale focus op artsen, voor de effectieve behandeling en begeleiding van diabetespatiënten. Minister Amar Ramadhin noemde het een “bijzonder moment,” dat kort na Wereld Diabetes Dag (14 november) werd gevierd.
Het HEARTS Initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), dat Suriname in 2021 adopteerde, is gericht op het verminderen van hart- en vaatziekten. Minister Ramadhin benadrukte dat diabetes en hoge bloeddruk de grootste veroorzakers zijn van chronische aandoeningen, waaronder beroertes, hart- en vaatziekten, amputaties en nierfalen. Het nieuwe protocol biedt een uniform stappenplan voor zorgverleners, met standaarden voor diagnostiek, behandeling, monitoring en vervolgtrajecten.
“Met dit protocol hebben we ons eigen Suriname HEARTS-protocol voor de aanpak van suikerziekte,” verklaarde minister Ramadhin trots. Bij de lancering waren tientallen gezondheidswerkers aanwezig, voor wie dit document als leidraad zal dienen. Het protocol is opgesteld door een multidisciplinaire commissie van specialisten, waaronder artsen, fysiotherapeuten, diëtisten en apothekers.
De minister benadrukte dat een goede monitoring in de eerstelijnszorg vaak onnodige verwijzingen naar tweedelijnszorg kan voorkomen, wat zowel de zorgkosten als de belasting op het zorgsysteem verlaagt. “Hart- en vaatziekten zijn grote boosdoeners die niet alleen veel geld kosten, maar ook de kwaliteit van leven ernstig beïnvloeden,” aldus Ramadhin.
Naast het protocol kondigde de minister ook de opening aan van een educatiecentrum in december, waar de gemeenschap terechtkan voor gezondheidsadviezen en informatie over een gezonde levensstijl. Deze nieuwe aanpak markeert een mijlpaal in Surinames gezondheidszorg, met als doel het verbeteren van de zorgkwaliteit en het terugdringen van chronische ziekten.
