Suriname heeft de afgelopen tijd internationaal veel waardering gekregen voor zijn actieve betrokkenheid op het wereldtoneel. Dit blijkt onder andere uit de belangrijke posities die het land heeft verworven en de internationale steun die het ontvangt. Een recent hoogtepunt is de verkiezing van Suriname als lid van de Economische en Sociale Raad (ECOSOC) van de Verenigde Naties.
Met een overweldigende meerderheid is Suriname op 8 juni 2023 gekozen als lid voor de periode van 1 januari 2024 tot eind 2026. De ECOSOC is een van de zes hoofdorganen van de Verenigde Naties en houdt zich bezig met het bevorderen van duurzame ontwikkeling. Het is voor Suriname de eerste keer sinds 2000-2002 dat het land weer lid wordt van deze raad.
Daarnaast bekleedt Suriname sinds mei 2023 het voorzitterschap van de Ministeriële Raad van de Associatie van Caribische Staten (ACS), vertegenwoordigd door minister Ramdin. De ACS bestaat uit 25 leden en richt zich op handel, transport, duurzaam toerisme en rampenbestrijding in de regio.
Bovendien is Suriname momenteel voorzitter van het Caribbean Development and Cooperation Committee (CDCC) van de Economic Commission for Latin America and the Caribbean (ECLAC) voor de periode oktober 2022 tot en met 2024. Dit comité is gericht op het bevorderen van samenwerking en integratie in de regio.
Suriname speelt sinds september 2020 ook een actieve rol in de Uitvoerende Raad van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO). Minister Ramadhin van Volksgezondheid vertegenwoordigt Suriname in dit belangrijke orgaan, dat deze maand weer bijeenkomt.
Naast deze internationale betrokkenheid is Suriname ook zeer actief binnen de Caribbean Community (Caricom), waar president Santokhi vorig jaar voorzitter van is geweest.
In 2022 was Suriname voorzitter van de Permanente Raad van de de bijdrage die Suriname kan leveren. Suriname wordt gezien als een land dat actief meewerkt aan de mondiale aanpak van problemen en in staat is om nationaal zaken te regelen, eigen belangen veilig te stellen en politieke, economische, culturele en wetenschappelijke betrekkingen te bevorderen, terwijl het vreedzame relaties onderhoudt.
