Suriname is ongeveer US$ 26 miljoen verschuldigd aan contributie bij organisaties in het Caribisch gebied waar het lid van is. In een korte tijd moet het land zien af te komen van het imago van wanbetaler, omdat president Chandrikapersad Santokhi vanaf 1 juli voorzitter is van de Caricom. Volgens minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning is er met het Caribbean Development Fund (CDF) en de Caribbean Export Development Agency (CEDA) afgesproken om de contributie achterstanden van ruim US$ 5 miljoen gauw in te lopen.
Deze instituten en de Caribbean Development Bank (CDB) zijn voornemens om nog meer geld te stoppen in Suriname. “Die US$ 26 miljoen betreft alleen Caribische organisaties waar we lid van zijn. Onder andere de Caricom waar we de grootste achterstand in contributies hebben. U weet dat onze president straks de voorzitter van Caricom gaat zijn. Dus we moeten snel onze imago oppoetsen,” stelt de minister.
De CDB wil graag meer projecten financieren, naast de 13 projecten die ze al ondersteund. De meeste projecten hebben met energievoorziening te maken. Het gaat om forse bedragen. CDB wil ook andere sectoren financieel steunen.
Het CDF heeft US$ 10 miljoen klaarliggen voor projecten in Suriname. Maar het land kan pas aan die pot komen als het tenminste de helft van zijn achterstallige contributie heeft betaald. De achterstand bedraagt US$ 4.446.722. Een klein deel is ingelopen, informeert de bewindsman.
Het CEDA is al geruime tijd actief in Suriname; het heeft bijvoorbeeld de producenten van Sishado ketjap en Wippy pindakaas geholpen om voet aan de grond te krijgen op de regionale markt. Het instituut wil nog tenminste 26 ondernemers trainen om hetzelfde te bereiken. “Daar is de contributieachterstand US$ 617.952,” zegt Achaibersing. “We hebben een mildere regeling kunnen treffen om deze achterstand in verschillende termijnen in te lopen,” aldus de minister.
