‘Surinaamse school’ is de huidige tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Er staan schetsen van Armand Baag(1941-2001). Hij is een onbekende Surinaamse kunstenaar geweest. Kunsthistoricus Bart krieger is nu bezig met een monografie van de kunstenaar, die veelzijdig was.
Krieger werkt ook aan een boek over de kunstenaar. “Naast de boekpresentatie zal ik zorgen voor een tentoonstelling van zijn werken, want deze zijn the best kept secrets van Suriname en Nederland”, zegt de Kunsthistoricus.
Krieger is in aanraking gekomen met Baag, toen hij als gastcurator onderzoek deed naar zijn werken. Hij nam contact op met de erfgenamen, die hem brachten naar een opbergplaats met werken van Baag. Behalve archiefmateriaal, boeken en muziekinstrumenten, trof hij ook honderden tekeningen van Nola Hatterman aan en een vijftigtal schetsen van Baag.
Deze vondst heeft hem nieuw inzicht gegeven in het oeuvre van beide kunstenaars. Het kunsttalent van de in Suriname geboren Baag werd door Hatterman ontdekt, toen zijn stiefvader, George Baag, hem op vijftienjarige leeftijd bracht om tekenlessen bij haar te volgen. Na het behalen van zijn LO-akte heeft zij moeite gedaan voor de vervolgkunstopleiding van Baag en andere kunstenaars zoals Ruben Karsters in Nederland.
Baag kwam terecht bij de Academie der Katholieke Leergangen in Tilburg en later bij de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Naast zijn kunstlessen experimenteerde hij ook met minder concrete, meer abstractie ideeën. Winti probeerde hij toen al vast te leggen. “Als ik zijn hele oeuvre bekijk, was zijn missie om de Afro-Surinaamse geschiedenis in beeld te brengen. Wat Rembrandt heeft gedaan in de zeventiende eeuw voor Nederland, heeft Baag gedaan voor de Afro-Surinaamse kunst in Suriname en Nederland”, volgens Krieger. Baag was ook componist, tekstschrijver, zanger, performer en muzikant.