Het stuwmeer is klaar om de huidige extreme regenval op te vangen, aldus directeur Eddy Fränkel van de Staatsolie Power Company Suriname (SPCS N.V.). Hij verklaart dat het beheer van het stuwmeer in de afgelopen periode is gebaseerd op de regenval van 2022, waarbij voldoende bergingsruimte is gecreëerd om eventuele zware regenval in de komende regentijd te kunnen opvangen.
De functionaris benadrukt dat er, ondanks de overvloedige regen, geen problemen zijn voor het stuwmeer of de dorpen die zich stroomafwaarts van de dam bevinden. Fränkel legt uit dat de regenval van 2022 de meest extreme in de geschiedenis was, wat heeft geleid tot aanzienlijk spuien.
Om voorbereid te zijn op de verwachte regenval in 2023, heeft SPCS ervoor gezorgd dat het stuwmeer voldoende bergingsruimte heeft. Zelfs als er geen noodzaak was, is er tussen december 2022 en begin maart water gespuid om te zorgen dat het stuwmeer een veilig niveau behoudt om de extreme regen van dit jaar op te kunnen vangen.
De SPCS N.V. bereidt zich voor op de komende regentijd op basis van weersvoorspellingen van de Meteorologische Dienst Suriname en het Caribbean Climate Outlook Forum (CariCOF). Volgens Fränkel zal de komende regentijd extra nat zijn met een bovengemiddelde neerslag.
Hoewel er momenteel geen enkele aanleiding is om tot spuien over te gaan, kunnen gebieden boven het stuwmeer wel direct worden beïnvloed door de regenval en het aanzwellen van de Surinamerivier. De stuwdam heeft echter een beschermende functie voor de mensen die stroomopwaarts wonen.
Om te kunnen reageren op extreme situaties heeft Staatsolie momenteel, in samenwerking met verschillende belanghebbenden, een crisismanagementplan in ontwikkeling. Directeur Fränkel verwijst naar de ernstige wateroverlast van vorig jaar, waarbij er intensief moest worden gespuid en het water tot aan de uiterwaarden van de rivier kwam. Dit betreft lage gebieden die bij hoog water automatisch onder water zouden lopen als de dam er niet zou zijn.
Een vergelijkbare situatie heeft zich voorgedaan in 1990. Fränkel geeft aan dat dit fenomeen zich om de zoveel jaar kan voordoen en zich mogelijk vaker voordoet vanwege klimaatverandering.