Probios gaf informatie vrij tijdens een persconferentie in oktober 2022, waaruit bleek dat Staatsolie, volgens eigen onderzoek verantwoordelijk was voor oliemors in de Surinamerivier. Staatsolie eiste rectificatie, omdat het bedrijf van mening was dat haar goede naam en eer hiermee was geschaad, omdat dit volgens haar niet op waarheid berustte. Dit weigerde Probios, en daarom stapte Staatsolie naar de rechter.
Het oliebedrijf is in het ongelijk gesteld door de kortgedingrechter op 8 februari jongstleden. De vordering ingesteld tegen milieuorganisatie Probios en directeur Erlan Sleur is afgewezen. Probios kreeg het schriftelijke vonnis pas enkele dagen geleden, ondanks de uitspraak veel eerder is geschied.
Staatsolie voerde aan dat uit hun onderzoek is gebleken dat de samenstelling van de aangetroffen olie in de rivier niet is wat zij produceren. Probios beschikt over bewijs vanuit fysieke oriëntatie en analyse van satellietbeelden die wijzen in de richting van Staatsolie.
Probios vraagt duidelijkheid van Staatsolie. Satellietbeelden tonen dat op meerdere locaties en vaker zaken in de omliggende kanalen en de rivier worden geloosd door het bedrijf. Schadelijke stoffen kunnen op lange termijn negatieve effecten hebben op alles wat in en nabij de rivier leeft zoals vissen, krabben en garnalen. Uiteindelijk komt de contaminatie bij de gemeenschap, omdat wij dit alles consumeren.
Staatsolie heeft geen documenten kunnen overleggen, die haar beweringen bevestigen over de chemische samenstelling van de olie. Het is dus moeilijk aan te nemen wat het bedrijf beweert.
“Er is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter derhalve geen aanleiding om een ordemaatregel te treffen”, zegt de kortgedingrechter. Geoordeeld is dat er een diepgaand onderzoek gedaan moet worden. Een onafhankelijke deskundige zal daarna eventueel gehoord moeten worden. Een kortgeding leent zich niet voor dergelijke diepgaande zaken. Partijen moeten daarvoor naar de gewone wijze van rechtspleging. Op grond hiervan zijn de vorderingen tegen Sleur en zijn organisatie afgewezen.
Tijdens een ander persconferentie op maandag jongstleden, zei Sleur het volgende: “Ze doen alsof ze niet weten wie de veroorzaker was van de olievlekken op de rivier.” Hij is teleurgesteld in de instituten, die de samenleving moeten informeren over de “oil spill” van Staatsolie. Ze zijn niet eerlijk voor de dag gekomen.
Ook het Openbaar Ministerie zwijgt in alle talen, terwijl het NCCR dit orgaan van alles heeft voorzien om over te gaan tot strafrechtelijk onderzoek. Behalve Staatsolie zouden ook ministeries van LVV, ROM en Volksgezondheid moeten waken over het milieu. Dit lijkt niet te gebeuren.
Bron foto: De Ware Tijd