Bewoners van de dorpen in Brokopondo die door wateroverlast zijn getroffen krijgen hulpgoederen. Het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) heeft een aanvang hiermee gemaakt. Het gaat om de dorpen ten noorden van de Afobakadam. Vanuit het NCCR is reeds enkele dagen ook de distributie van water opgepakt, omdat de waterbronnen vanwege wateroverlast buitenwerking zijn.
“Als de noodzaak er is dat mensen verhuisd moeten worden naar hoger gelegen gebieden, zal dat gebeuren in samenspraak met Staatsolie en het districtscommissariaat”, zegt NCCR-coördinator kolonel Jerry Slijngard. Dorpen in Brokopondo zijn onder water komen te liggen vanwege het overtollige water dat vanuit het stuwmeer wordt afgevoerd.
Naast voedsel, laarzen krijgen zij ook dekzeilen. Ook zal de veiligheid worden verhoogd om have en goed van burgers te beschermen. Staatsolie heeft twee vaartuigen beschikbaar gesteld om getroffen personen te verplaatsen. Slijngard zegt dat burgers aan weerszijden van de Surinamerivier zijn getroffen. Het NCCR is bezig de situatie in het gebied verder te bekijken.
De NCCR-coördinator geeft aan dat het onderlopen van de dorpen aan de noordzijde van de dam in verband staat met de overstromingen in het zuiden. Volgens de coördinator is de hoeveelheid water in het stuwmeer zodanig toegenomen dat men genoodzaakt is de spuikleppen open te gooien. Om de kwaliteit van de stuwdam niet aan te tasten mag het water in het stuwmeer niet hoger dan 264 ft.
Het spuien zorgt ervoor dat veel water, richting de dorpen ten noorden van het stuwmeer stroomt. De situatie is thans zodanig dat er water terechtkomt op plekken waar dat nooit eerder het geval was.