De benzineprijs moet in feite SRD 19,50 zijn, zegt president Chan Santokhi. Het staatshoofd heeft begrip voor de gemengde gevoelens van het volk over de pompprijzen. De prijs voor ongelode brandstof is onlangs van SRD 15 gestegen naar SRD 15,95. De president zegt dat de regering het volk wil beschermen, maar het tekort moet ergens vandaan komen. Hij zegt dat het ministerie van Financiën en Planning maandelijks ruim SRD 60 miljoen betaalt aan brandstofsubsidie.
Daarnaast heeft de overheid ook een enorme schuld bij de oliemaatschappijen. Het zou gaan om een bedrag van meer dan SRD 300 miljoen, beweert president Santokhi. Het is de bedoeling om in november het sociaal akkoord te ondertekenen met verschillende belanghebbenden zoals het bedrijfsleven en de vakbeweging. Dit zal betekenen dat de regering een structurele ondersteuning kan geven aan de werkende klasse.
President Santokhi zegt verder dat minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning al gesprekken voert met de vakcentrales over het sociaal akkoord. Volgens de president stelt de vakbeweging zich structureel op. En deze houding is nodig om uit de ontstane situatie te geraken in plaats van te klagen of te protesteren.
“In samenwerking met de vakbonden gaan wij reeds de komende maand maatregelen treffen om verlichting te brengen in uw portemonnee. Het is een pakket aan maatregelen om te zorgen dat de koopkracht weer versterkt wordt. Een pakket aan maatregelen waarbij ouders weer in staat gesteld worden om schoolspullen te kunnen kopen voor hun kinderen in oktober,” zegt de president.
Met de maatregelen zullen ook seniorenburgers het beter hebben. De brandstofprijsverhoging heeft ook impact op de prijzen voor transport. Alle kinderen moeten gratis transport krijgen, stelt het staatshoofd. Verder heeft de president beloofd, dat de regering niemand in de steek zal laten.
