Op 10 oktober staan we stil bij een belangrijke dag in de geschiedenis van de nazaten van de tot-slaaf-gemaakten. Deze dag markeert het moment waarop, in 1760, de eerste vredesverdragen werden ondertekend tussen het Nederlandse koloniale bestuur en de Marrons. Deze verdragen waren een eerste stap naar erkenning van de menselijke waardigheid van hen die jarenlang onder het juk van slavernij hebben geleefd.
President Chandrikapersad Santokhi benadrukt dat deze dag niet alleen de zogeheten loweman paansu herdenkt, maar ook de fotonenge en de stadscreool, allen die onderdrukt werden tijdens de slavernijperiode. In een boodschap aan de natie geeft president Santokhi aan dat de Marrongemeenschap een lange weg heeft afgelegd in haar sociaal-maatschappelijke emancipatie en ontwikkeling, maar dat er nog steeds werk aan de winkel is.
“We zien dat de Marrons steeds meer geloof en vertrouwen hebben in onze politieke diversiteit,” aldus de president. Zijn beleid is erop gericht om de Marrongemeenschap zoveel mogelijk te betrekken bij de politieke besluitvorming, zodat niemand wordt buitengesloten. “Waar dit goed is gegaan, zien we de vruchten ervan. Niemand mag achterblijven,” stelde hij resoluut.
De president benadrukt dat zijn regering elke Surinamer in het vizier heeft, ongeacht waar men woont, of dat nu in Sipaliwini, Brokopondo, Marowijne of Paramaribo is. “Het heeft te lang geduurd,” zegt hij, doelend op de ontwikkelingsachterstand van het binnenland.
Hij kondigt aan dat er binnenkort opnieuw gesprekken zullen plaatsvinden met de districtscommissarissen en het traditioneel gezag van het binnenland, om hun visie te vernemen over de verdere ontwikkeling van hun gebieden. “Ik wil eigenlijk af van het woord ‘binnenland’, want het impliceert achterstand,” verduidelijkt de president.
Op deze gedenkwaardige dag staan we stil bij iconen van de Marronverzetstrijd, zoals Baron, Boni en Joulicour, die symbool staan voor de dappere strijd tegen onrecht en onderdrukking. President Santokhi maakt duidelijk dat de strijd tegen onrecht ook vandaag de dag voortduurt.
“We strijden nog steeds, maar stapsgewijs boeken we vooruitgang,” aldus de president. Hij roept op tot meer bewustwording en ontwikkelingsgericht denken, om de materiële afhankelijkheid van individuen weg te werken en de Marrongemeenschappen een duurzame toekomst te bieden.
