Na maanden van publieke confrontaties en persoonlijke aanvallen tijdens de verkiezingscampagne hebben Ronnie Brunswijk, voorzitter van de ABOP, en Ingrid Bouterse-Waldring, weduwe van voormalig president Desi Bouterse, officieel de vrede getekend. De verzoening vond plaats tijdens de ondertekening van het nieuwe regeerakkoord tussen de NDP en de samenwerkende partijen, waar ook Bouterse aanwezig was.
Tijdens zijn toespraak erkende Brunswijk de felle toon van de verkiezingscampagne. “De verkiezingen van 2025 was geen gemakkelijke strijd. Na moro tof verkiezing, werd al gezegd. Inderdaad was het zo. De wijze waarop campagne werd gevoerd… Mevrouw Ingrid is ook hier. We hebben het weer goed gemaakt.”
In de aanloop naar de verkiezingen stonden Brunswijk en Bouterse regelmatig lijnrecht tegenover elkaar, waarbij scherpe woorden als “ik ben militair” en “jij bent rekruut” publiekelijk uitgewisseld werden. Nu lijkt die periode definitief achter hen te liggen.
Brunswijk benadrukte het grotere belang: “Belangrijk voor Suriname is dat we na 25 mei de strijdbijl weer hebben begraven. We gaan voor de ontwikkeling van ons geliefd land Suriname.” Hij wees erop dat de nieuwe coalitie met 34 zetels voldoende draagvlak heeft: “We hebben elkaar gevonden, ondanks dat er zoveel partijen in de coalitie zijn.”
De ABOP-leider gebruikte de gelegenheid ook om zijn loyaliteit te onderstrepen. “Als ik mijn woord geef, is het woord. We hebben samen geregeerd met de tofste man ooit, Desi Bouterse. Deze Brunswijk heeft het vijf jaren volgehouden met hem.” Ook in de nieuwe regering belooft hij stabiliteit en toewijding: “We hebben getoond ondanks alles stand te houden tot de laatste adem.”
Brunswijk toonde zich enthousiast over het feit dat Jenny Simons als eerste vrouw is voorgedragen als president van Suriname. “Ze zal alle ondersteuning van deze man krijgen. Ik heb haar gezegd: ga, Gado kar ju. Laten we haar ondersteunen.”
Tot slot zei hij geen formele functie te ambiëren: “Ik wil geen rol als vicepresident of wat dan ook. Het enige wat belangrijk is, is dat het land Suriname vooruit moet. Waar ik ook sta, ik ben een soerdati, ik ga ondersteuning geven aan de kolonel.”
De verzoening tussen twee prominente politieke figuren wordt gezien als een belangrijk signaal van eenheid en samenwerking in een tijd waarin het land voor grote uitdagingen staat.