In haar verslag over dienstjaar 2023 luidt de Rekenkamer van Suriname opnieuw de noodklok over het gebrekkige financiële beheer binnen de overheid. Ondanks initiatieven om haar onafhankelijkheid te versterken, blijven problemen als onvolledige rapportages, zwakke controlemechanismen en onvoldoende naleving van wet- en regelgeving hardnekkig bestaan.
De Rekenkamer signaleert dat ministeries en parastatale instellingen vaak geen sluitende verantwoording kunnen afleggen over staatsuitgaven. Dit bleek onder meer uit de controle van de Begrotingsrekening 2021, waarbij meerdere onrechtmatigheden aan het licht kwamen.
De situatie ondermijnt volgens het rapport niet alleen het vertrouwen van burgers, maar vormt ook een bedreiging voor het ondernemings- en investeringsklimaat in Suriname. Een belangrijk knelpunt blijft het gebrek aan interne controle en het trage tempo van digitalisering.
Veel overheidsinstanties beschikken niet over adequate systemen om verplichtingen en uitgaven te monitoren. Hierdoor is er een verhoogd risico op inefficiëntie en mogelijk misbruik. Aanbevelingen uit eerdere audits worden vaak niet opgevolgd, wat de slagkracht van de Rekenkamer ernstig beperkt.
Het Surinaamse bedrijfsleven, vertegenwoordigd door de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), uit al langer zorgen over deze situatie. Ondoorzichtige processen belemmeren deelname aan overheidsprojecten en ondermijnen concurrentievermogen en innovatie.
De Rekenkamer pleit voor versterking van haar rol, meer financiële middelen en de invoering van digitale platformen voor transparantie. Samenwerking met internationale partners zoals de ARN en IDB moet bijdragen aan beter bestuur.
Deskundigen roepen op tot structurele hervormingen: betere controle, digitale openbaarheid en een actieve dialoog tussen overheid en bedrijfsleven. Goed bestuur is cruciaal om vertrouwen te herstellen en duurzame economische groei mogelijk te maken.