De Surinaamse regering betreurt ten zeerste de verspreiding van berichten waarin wordt gesuggereerd dat er fouten zijn gemaakt bij de benoeming en installatie van de Raad van Commissarissen (RvC) van de Centrale Bank van Suriname. Op 13 maart 2024 is de nieuwe RvC benoemd, volledig in overeenstemming met de bepalingen van de nieuwe Bankwet. Het is belangrijk op te merken dat de nieuwe wet geen Regeringscommissaris meer omvat, wat een stap is in de richting van een grotere onafhankelijkheid van de Centrale Bank van Suriname.
Op 12 maart 2024 zijn alle leden van de oude RvC op de hoogte gebracht door minister Raghoebarsing, een dag voor de installatie van de nieuwe RvC. Hierbij werd ook vermeld dat niet alle leden zouden terugkeren.
Een mediabericht van 20 februari, enkele weken eerder, over de aanstaande wisseling in de RvC kwam van de vrije pers en niet van de regering. De regering heeft de gemeenschap pas geïnformeerd nadat de RvC-leden correct op de hoogte waren gesteld.
Tijdens de installatie van de nieuwe RvC van de Centrale Bank van Suriname is niet alleen dank uitgesproken aan de vertrekkende leden van de raad, maar is ook benadrukt dat de RvC van een Centrale Bank het bestuur van de Governor moet ondersteunen. Verder is het belang van integriteit en discretie van de raadsleden en de Raad als geheel onderstreept.
De regering waardeert de bijdragen die minister Hildenberg en Governor Telting in het verleden hebben geleverd, primair als toegewijde Surinamers en niet als leden van een politieke partij.
Tegelijkertijd spreekt de regering haar vertrouwen uit in de huidige minister Raghoebarsing en Governor Roemer, die nu de financiële en monetaire leiding hebben. Zowel nationaal als internationaal hebben gezaghebbende instituten en kredietbeoordelaars zich positief uitgelaten over het economische beleid van de regering en de behaalde resultaten.
De regering doet een dringend beroep, vooral op degenen die deskundig worden geacht, om bestuurlijke instellingen zoals het ministerie van Financiën en Planning en de Centrale Bank van Suriname te bespreken vanuit het algemeen en nationaal belang, en niet vanuit rancune.