Een miljoen US dollars is gestort in een gemeenschapsontwikkelingsfonds ter uitvoering van de Ka’lina en Lokono vonnis. De deadline voor deze uitvoering is al 2.5 jaar verstreken, maar er is laat gestort om de “beperkte toegewezen middelen aan het directoraat Duurzame Ontwikkeling Inheemsen”, volgens het directoraat Volkscommunicatie van het kabinet van de vice-president.
De raad van ministers heeft reeds op 5 augustus de eerste storting goed gekeurd, waarvoor drie jaar was uitgetrokken.
Op 28 januari 2016 werd het Kali’na en Lokono-vonnis (https://vids.sr/wp-content/uploads/2012/01/VIDS-Handout-04.pdf) uitgesproken door het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens in het voordeel van Christiaankondre, Langamankondre, Erowarte, Tapuku, Pierrekondre, Marijkedorp, Bigiston en Alfonsdorp. Het zijn totaal acht inheemse dorpen in het Beneden-Marowijnegebied.
De staat moet onder andere een miljoen US dollars storten in een ontwikkelingsfonds. Het geld dient te worden aangewend voor ontwikkelingsprojecten in de gezondheidszorg, het onderwijs, voedsel, de veiligheid, management van hulpbronnen en andere zaken die noodzakelijk zijn.
De Vereniging van Inheemse Dorpshoofdsen in Suriname (Vids) en Kali’na en Lokono in Marowijne (Klim) hebben in 2007 een zaak aangespannen tegen de staat Suriname, bij het Inter-Amerikaanse Hof wegens onder meer mensenrechtenschendingen. Op 25 november 2015, werd het zogenoemde Kali’na en Lokono-vonnis uitgesproken nadat de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (IACHR) van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) de ingediende klacht in juli 2013 terecht vond.