Om meer duidelijkheid te verschaffen over de recent vastgestelde armoedegrens, heeft de regering besloten om via de media extra uitleg te geven over de berekeningsmethoden en achterliggende factoren. Minister Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ) erkende dat de vaststelling van SRD 7.337,- per maand voor een éénpersoonshuishouden tot kritische vragen en zorgen binnen de samenleving heeft geleid.
Tijdens een toelichting werd de minister bijgestaan door onderdirecteur Arbeidsmarkt Naomi Esajas-Friperson en drs. Rosita Woodly-Sobhie, voorzitter van de multidisciplinaire werkgroep Armoedegrensbepaling. Deze werkgroep, bestaande uit deskundigen van onder meer de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS), het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS), het Planbureau en diverse ministeries, is sinds 2016 bezig met het ontwikkelen van een wetenschappelijke methodiek om de armoedegrens vast te stellen.
Drs. Woodly-Sobhie benadrukte dat de bepaling van de armoedegrens gebaseerd is op de Basic Need-benadering, waarbij gekeken wordt naar het minimale dat een persoon nodig heeft om in leven te blijven. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de Food-Energy-Intake-methode (FEI), die het dagelijks benodigde aantal kilocalorieën per volwassene bepaalt op 2000-2400 kCal. Op basis hiervan is een basisvoedselpakket samengesteld en aangevuld met essentiële niet-voedingsitems, zoals huisvesting en andere primaire levensbehoeften.
Naast deze wetenschappelijke benadering maakt de werkgroep gebruik van gegevens uit huishoudbudgetonderzoeken van het ABS. De methodiek werd in 2021 vastgesteld en in 2023 officieel gepubliceerd.
Met deze aanvullende uitleg hoopt de regering meer inzicht te geven in de berekening en onderbouwing van de armoedegrens, zodat het beleid hierop afgestemd kan worden en beter begrepen wordt door de samenleving.
