NPS-parlementariër Ivanildo Plein vindt dat de regering en de vakbeweging een middenweg moeten zien te vinden in de onderhandelingen over de loonsverhoging. De regering heeft een 17% verhoging voorgesteld, maar de verschillende bonden hebben echter een andere eis. Verder vindt hij dat de verschillende vakbonden op een lijn moeten zijn ten aanzien van hun eis voor loonsverhoging.
Plein zegt dat het leven duurder is geworden in vergelijking met de koers voor 2010. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn bij de bonden. Tegelijkertijd moeten partijen zich afvragen als de regering in staat is om de verhogingen te betalen, zegt Plein. Het geld zal van ergens moeten komen, vandaar dat hij voorstelt dat er een tussenweg wordt gevonden om het leven draaglijker te maken voor burgers.
Ook over de aanpassing van brandstofprijzen, maakt de parlementariër zich zorgen. Zulke verhogingen werken door op de prijzen van goederen en diensten. Het leven van de burgers wordt hiermee moeilijker. Er moet ook gekeken worden waarom mensen een verhoging vragen. Zijn we niet bezig met symptoombestrijding? vraagt Plein zich af. Het is belangrijk dat de regering hier greep op heeft.
Intussen hebben enkele bonden zoals de Centrale van Landsdienaren Organisaties, de Confederatie voor Organisaties van Landsdienaren, de Bond van Leraren het bod van de overheid afgewezen. Vakbondsleider Armand Zunder, woordvoerder van de Raad van Vakcentrales in Suriname (Ravaksur), denkt niet dat de vakbeweging genoegen zal nemen met minder dan 25% salarisverhoging. Dit gezien de inflatie en de inflatieverwachting.