Een rechtszaak tegen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC), aangespannen door Marcel Oostburg en vier anderen, heeft geen succes geboekt. Kortgedingrechter Suzanne Chu verklaarde de eisers niet ontvankelijk, omdat zij geen wettige vertegenwoordigers zijn van de leerlingen namens wie zij optraden.
De zaak draaide om het besluit van het ministerie om voortaan geen getuigschriften meer uit te reiken na het 8e leerjaar. In plaats daarvan ontvangen leerlingen een certificaat na het 10e leerjaar. Oostburg en zijn medestanders stelden dat dit besluit, genomen vóór aanpassing van de wetgeving, nadelig is voor de leerlingen. Ze vroegen de rechter het besluit op te schorten totdat een definitieve uitspraak in een bodemprocedure volgt, met een dwangsom van SRD 250.000 voor overtredingen van die opschorting.
Persrechter Alida Johanns verduidelijkte het oordeel: “De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisers geen wettelijke vertegenwoordigers zijn van de leerlingen en zelf geen direct belang hebben. Alleen wettelijke vertegenwoordigers kunnen dergelijke vorderingen instellen. Daarom zijn de eisers niet ontvankelijk verklaard.”
Hoewel Oostburg en de andere eisers beweren dat leerlingen door dit beleid worden benadeeld, onderstreept het vonnis dat alleen ouders of voogden van minderjarigen het recht hebben om een zaak namens hen aan te spannen. De mogelijkheid om in hoger beroep te gaan, blijft echter open voor de eisers.
