Tijdens de rechtszitting op woensdag bestempelde advocaat Derrick Veira het gedrag van zijn cliënt, voorganger C.L., als maatschappelijk afkeurenswaardig. Toch betoogde hij dat er onvoldoende strafrechtelijk bewijs is om de vervolging wegens verkrachting voort te zetten. De zaak draait om een beschuldiging van een 22-jarige vrouw, die stelt dat C.L. haar in juni 2024 heeft verkracht. De voorganger ontkent dit en beweert dat er sprake was van wederzijdse instemming.
C.L. vermoedt dat hij doelwit is van een opzet, mogelijk uit jaloezie van andere voorgangers die hem in diskrediet willen brengen. Hij erkent dat het ongepast was om intiem te zijn met iemand voor wie hij had moeten bidden. “Moreel is het niet juist, maar iedereen maakt fouten, ook een voorganger,” verklaarde hij tegenover kantonrechter Maureen Dayala.
De officier van justitie confronteerde hem met de vraag op basis waarvan hij concludeerde dat de vrouw instemde met geslachtsgemeenschap. C.L. stelde dat haar gedrag en lichaamstaal voor hem duidelijk waren. Volgens hem sloot de vrouw zelf de deur, trok haar kleding uit en doofde het licht.
Tijdens de zitting werden ook het vermeende slachtoffer en getuige E.A., de huidige voorganger van de vrouw, opnieuw gehoord. Ondanks deze verklaringen bleef de verdediging, bestaande uit Veira en Chandra Algoe, bij het standpunt dat er onvoldoende bewijs is voor verkrachting. Veira pleitte voor voorlopige vrijlating van zijn cliënt, aangezien de zaak al breed in de media is uitgemeten en C.L. daardoor maatschappelijk gestraft zou zijn.
De rechter wees het verzoek om invrijheidstelling voorlopig af, maar gaf aan dat zij op 9 april een beslissing zal nemen. Tot die tijd blijft de verdachte in hechtenis. Het Openbaar Ministerie zal op 14 mei haar requisitoir houden.