Het kabinet van de president reageert op de recente uitspraken van NDP-voorzitter en voormalig president Desi Bouterse, die donderdagmiddag te horen was op LIM FM tijdens Bakana Tori. Bouterse deelde mee dat er momenteel gesprekken gaande zijn met als doel een ‘zachte landing’ te bereiken. Hij benadrukte dat het nog niet zeker is of hij gratie zal aanvragen, aangezien dit afhangt van de voortgang van de gesprekken. Bouterse riep op tot kalmte, omdat niemand gebaat is bij onrust in het land, en benadrukte dat de focus op de naderende verkiezingen moet liggen.
In reactie hierop stelt het kabinet van de president dat de uitvoering van het vonnis een verantwoordelijkheid is van het Openbaar Ministerie. De regering moet de uitspraak van de onafhankelijke rechter respecteren en heeft geen bevoegdheid om hierover ‘onderhandelingen’ te voeren, zoals aangegeven in een recent uitgegeven verklaring.
De president, als hoofd van de regering, benadrukt dat de uitvoering van het vonnis in de zogenaamde 8 december zaak primair de verantwoordelijkheid is van het Openbaar Ministerie, dat in overeenstemming met de geldende wettelijke voorzieningen de tenuitvoerlegging zal verzorgen.
Wat betreft eventuele gratieverzoeken van de veroordeelden heeft de president tot nu toe geen informatie ontvangen van het Openbaar Ministerie. De regering zal zich onthouden van speculaties of publieke uitspraken via de media over dit onderwerp.
Het recente vonnis van 20 december in een zaak waar 41 jaar geleden ernstige mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden, houdt de samenleving begrijpelijkerwijs bezig. De regering roept op tot kalmte en geduld, en benadrukt dat alle betrokkenen moeten wachten op acties van de wettelijk aangewezen autoriteiten.
De regering erkent dat zij de uitspraak van de onafhankelijke rechter niet kan negeren of daarover ‘onderhandelingen’ kan voeren. Het vonnis staat vast, en de veroordeelden hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden, waaronder gratie. De regering zal haar inzichten met betrekking tot de detentie van de veroordeelden en de bijbehorende veiligheidsmaatregelen delen met het Openbaar Ministerie na interne evaluaties en studie van relevante nationale en internationale informatie en ervaringen. De regering handelt volgens de principes van de rechtsstaat, beginselen van goed bestuur en met inachtneming van het belang van rust, orde en veiligheid in de samenleving.
