Het oplossen van de woningnood in Suriname heeft de hoogste prioriteit bij president Chandrikapersad Santokhi. Tijdens een vergadering op het Kabinet van de President op vrijdag 14 april heeft hij met diverse deskundigen, ministers en andere relevante actoren gesproken om de strategie voor het Landelijk Woningbouw Programma te bespreken.
Mark Rommy, projectmanager van het Landelijk Woningbouw Programma, was ook aanwezig en heeft aangegeven, dat er vaart moet worden gemaakt, omdat er niet veel tijd meer is. Het Landelijk Woningbouw Programma Fase 1 2022-2025 heeft als algemene doelstellingen een adequaat en betaalbaar huis en geschikte leefomgeving voor elk Surinaams gezin en ontwikkeling van de gemeenschap.
Om deze doelen te bereiken, moet de overheid aan haar plicht voldoen om de terreinen bouwrijp te maken. Er zijn namelijk veel grondpapieren uitgereikt, maar de mensen kunnen niet op hun terreinen wonen. Het programma heeft ook als doelstellingen het creëren van goedkope kredietfaciliteiten, het in cultuur brengen van de kavels, het bouwen van woningen, het begeleiden en monitoren van de woningbouw in het algemeen en het creëren van een wettelijk kader voor de woningbouw.
Een van de goedkope kredietfaciliteiten is de 7% kasreserveregeling. Deze faciliteit is in 2004 tot stand gekomen tussen de commerciële banken en de Centrale Bank van Suriname (CBvS), waarbij de kasreserves van de eerstgenoemde groep worden aangewend. Het voornaamste doel is de particuliere woningbouw tegen betaalbare rente binnen het bereik van de middeninkomensgroepen te brengen. De parameters zijn aangepast als onderdeel van het strategisch beleid om woningnood aan te pakken.
Een team van het Affordable Housing Project (AHP) was ook aanwezig tijdens een van de gesprekken. Het AHP werd in 2019 aangekondigd, maar heeft tot op heden nog geen resultaat opgeleverd. Het project is de opvolger van het Low Income Shelter Program (LISP) en heeft als doelstelling om in 4000 woonoplossingen te voorzien. Er is een lening van US$ 35 miljoen aangegaan.