Op donderdag 11 april 2024 heeft de politie van het bureau Apoera het lichaam van de 57-jarige arbeider M.T. uit de Corantijnrivier gevist. De dood van het slachtoffer werd officieel vastgesteld door een arts. Eerder die dag hadden collega’s van M.T., met wie hij werkzaam was bij een houtbedrijf in Apoera, aangifte gedaan van zijn vermissing.
Volgens de collega’s waren zij voor het laatst op woensdag 10 april 2024 samen met M.T. op een ponton bij het havencomplex aan de linkeroever van de Corantijnrivier, waar zij ter gelegenheid van Eid-ul-Fitr aan het feesten waren onder het genot van alcohol. M.T. verliet rond 17:00 uur de plek, omdat hij de volgende dag naar het SBB-kantoor moest gaan om documenten in orde te maken.
Toen zijn collega’s de volgende dag niets van hem hoorden, deden zij aangifte bij de politie, waarna er een gezamenlijke zoekactie werd gestart. Op een gegeven moment zagen de collega’s de pet die M.T. op 10 april 2024 droeg in het water tussen de gleuf van de ponton en de aanmeersteiger drijven.
Na drie uur merkten zij op dezelfde plek waar de pet was aangetroffen het lichaam in het water op. Het vermoeden bestaat dat M.T. bij het betreden van de steiger in het water moet zijn gevallen met fatale gevolgen.
In opdracht van het Openbaar Ministerie is het lichaam van M.T. door de politie in beslag genomen voor obductie. Het verdere onderzoek zal moeten uitwijzen of er sprake is van een misdrijf.