De Pertjaja Luhur (PL) heeft tijdens een recente vergadering in het partijcentrum drie belangrijke voorstellen ter goedkeuring voorgelegd aan de partijraad. Eén van deze voorstellen betreft het indienen van een lijst met kandidaten voor de vacante ministerspost van Binnenlandse Zaken (BIZA) bij president Chan Santokhi. Daarnaast is voorgesteld dat Bronto Somohardjo, de eerste ondervoorzitter van de PL, de functie van lijsttrekker op zich neemt. Het derde voorstel verleent voorzitter Paul Somohardjo het mandaat om als pre-informateur verdere gesprekken te voeren. Alle drie de voorstellen zijn unaniem aangenomen door de partijraad.
De lijst van 25 kandidaat-ministers omvat onder anderen:
- Mohamad Nasier Eskak
- Saima Cabenda-Kromokarijo
- Aminah Pardie
- Joan Tajib
- Xiaobao Zheng
- Shasvien Nirmal
- Hendrik Soerat Setrowidjojo
- Stanley Soeropawiro
- Rinette Painem Sapei-Soentik
- Anushkadevi Gangabisoensingh
- Petra van Dams
- Soediana Kasban
- Clarice Toetie Abas-Martotaroeno
- Inderpersad Baboeram
- Firdaus Samijadi
- Hansaraj Jagmohansingh
- Miquel Moerawi
- Rosette van Varsseveld
- Ricardo Simons
- Enrique Dipotiko
- John Steve Sandriman
- Nathasia Mohansingh Goelamhoesein
- Robert Rakijo
- Bisoendath Jhakry
- Galieloerahman Alibaks
Deze kandidatenlijst zal worden opgestuurd naar president Santokhi, die uiteindelijk de beslissing zal nemen. Hij heeft toegezegd dit vraagstuk aan te pakken na zijn terugkeer van een buitenlandse reis. De PL houdt er nog steeds vertrouwen in dat de president een van hun kandidaten zal benoemen als minister, terwijl AWJ-minister Steven Mac Andrew momenteel de portefeuille van BIZA waarneemt.
De relatie tussen de PL en de ABOP is aanzienlijk verslechterd. Eerder gaven Somohardjo sr. en ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk aan dat er duidelijkheid was gekomen, maar de PL beschouwt de ABOP als rancuneus. De spanning tussen deze voormalige coalitiepartners bereikte een hoogtepunt toen de ABOP het ontslag van Bronto Somohardjo eiste. Somohardjo gaf aan zich te willen opofferen voor de coalitie en diende zijn ontslag in, dat door de president werd aanvaard.