De rechter heeft de bond bij de Regionale Gezondheidsdienst (RGD) gevraagd om de acties op te schorten en op maandag 28 maart in gesprek te treden met minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning. Op dezelfde dag wil de rechter een verslag van het gesprek om verder te kunnen gaan met de zaak. Bondsvoorzitter Robby Naarendorp kreeg een deurwaardersexploot dat de bond zich moest aanmelden bij de kantonrechter.
Hij zegt dat het personeel zijn plicht naar de samenleving toe kent. Echter kan het niet altijd zo zijn dat er misbruik wordt gemaakt hiervan, terwijl het personeel gebukt gaat onder de hoge prijzen van goederen en diensten. Naarendorp legt uit dat velen niet weten dat personeel anno 2022 werkt op basis van een cao van 2019. In 2020 heeft het personeel een eenmalige uitkering ontvangen. Over 2021 is er na langer dan een jaar van onderhandeling akkoord bereikt in 2022.
De directie zou de uitbetaling van 2021 in vier tranches wil doen, terwijl de onderhandelingen zolang hebben geduurd en het geld minder waarde heeft door de inflatie. Dit was onacceptabel voor de bond. Ook wil de directie de koopkrachtversterking van SRD 700 inhouden. De bondsvoorzitter is fel hier tegen, omdat het volgens hem niet zo kan zijn dat er SRD 700 van het loon gaat en dat de 20% verhoging, netto niet eens op die SRD 700 komt. “Hoe kunnen we onderhandelen om achteruit in salaris te gaan”.
Verder zouden er enorme achterstanden zijn van swab-, Covid-gelden en overuren die zijn gemaakt. Hij merkt op dat het personeel zich dag en nacht heeft ingezet, zeker tijdens Covid-19, maar tot op heden niets heeft ontvangen. Het gaat om achterstanden vanaf november 2021.
Tijdens de hoorzitting is gebleken dat de directie van de RGD financieel niet in staat is om de taken waarvoor de RGD staat uit te voeren. Door Covid-19 zijn er ook extra uitgaven gedaan in opdracht van de regering, waarvoor de organisatie nooit wat terug heeft ontvangen. Het opzetten van tenten en het plaatsen van oproepen zijn enkele zaken waar extra geld aan is uitgegeven.