Padieboeren uit het district Coronie trekken aan de bel over mogelijke misstanden bij het pompgemaal Wakay. Zij stellen dat brandstof, geleverd door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) voor de irrigatiepompen, niet altijd naar behoren wordt gebruikt. Een padieboer legt uit: “Er is vaak sprake van overgebleven brandstof, maar de pompen draaien niet op volle capaciteit. Waar die brandstof blijft, weten wij niet.”
Oorspronkelijk werd het pompgemaal beheerd door het Overliggend Waterschap Multipurpose Corantijn Project (OWMCP). Later nam LVV het beheer over en volgens enkele boeren zou het beheer zijn overgedragen aan de Vereniging van Rijstexporteurs (VRE). Deze vermeende overdracht roept vragen op. “Dit zorgt voor belangenverstrengeling,” aldus een boer.
Hoewel padieboeren de kwestie hebben aangekaart bij president Chandrikapersad Santokhi, blijven concrete acties uit. Het staatshoofd vraagt naar bewijzen, maar boeren geven aan dat het moeilijk is om die te verzamelen. “Boeren die dit melden bij de autoriteiten, worden soms zelfs als verdachten behandeld. Dat schrikt mensen af,” aldus een landbouwer.
Bhagwatpersad Ramadhin, voorzitter van de VRE, ontkent de aantijgingen en benadrukt dat het pompgemaal nog altijd onder LVV valt. Hij noemt de geruchten onjuist en stelt dat de pompen, ondanks hun leeftijd van meer dan 40 jaar, wel optimaal functioneren. “De brandstof wordt direct in de pompen getankt en staat onder toezicht. Er is geen ruimte voor diefstal,” aldus Ramadhin.
Ramadhin vermoedt dat de geruchten afkomstig zijn van een kleine groep met politieke belangen. “We moeten geen politiek bedrijven over de rijstsector. Het irrigatiewater is voldoende voor alle padieboeren.”
Ondanks de ontkenning van de VRE, roepen boeren op tot een grondig onafhankelijk onderzoek. Zij benadrukken dat het waarborgen van transparantie en integriteit essentieel is voor het behoud van vertrouwen in de sector.
