Het Suriname River Dredging Project 2022 (SRDP 2022) vordert gestaag, zo meldt het ministerie van Openbare Werken (OW). Tegen het einde van september 2023 zal de Suriname rivier een nieuwe diepgang hebben van 5,5 meter bij laagwater, met een gemiddelde hoogwaterstand van 8,65 meter bij doodtij en 8,3 meter bij springtij. Onlangs heeft een delegatie van OW en het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) een rondleiding gekregen op het baggerschip De Boer/Boskalis om de voortgang van het baggerproces en het monitoringsproces te bekijken.
Met de bereikte diepgang is de laadcapaciteit van schepen aanzienlijk toegenomen, waardoor een veilige en efficiënte doorvaart van zeeschepen op de Suriname rivier verder wordt gegarandeerd. Sinds de afronding van de eerste fase van het SRDP zijn er geen schepen meer aan de grond gelopen. Bedrijven worden aangemoedigd om optimaal gebruik te maken van de reeds beschikbare diepgang van 4,5 meter bij laagwater, met een gemiddelde hoogwaterstand van 6,65 meter bij doodtij en 7,3 meter bij springtij.
De tweede fase van het baggerproject begon eind oktober 2022 en zal naar verwachting in juli 2023 worden voltooid, waardoor de Surinamerivier een diepte van 5,5 meter zal hebben. Na afronding van de tweede fase zullen er onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden om de diepte van 5,5 meter te behouden.
OW is momenteel bezig met de voorbereidingen voor studies met betrekking tot de derde fase van het project, waarbij de diepte nog niet is bepaald. Tegelijkertijd is er een aanbesteding gehouden voor het aantrekken van een consultant die een studie zal uitvoeren naar de Vergoeding Voor Gebruik (VVG), die momenteel US$ 6,25 per metric ton (MT) bedraagt. De VVG, die wordt geheven op ingenomen- en geloste ladingen, is vastgesteld bij beschikking van de ministers van OW en TCT op 11 maart 2020 (no. 556/20).
De VVG wordt gestort op een escrow-rekening en is uitsluitend bedoeld voor de financiering van het baggerproject. Over enkele weken zal de Surinamerivier gereed zijn voor de olie- en gasindustrie. Het baggerproject wordt uitgevoerd in een Public Private Partnership (PPP) tussen de Hakrinbank, de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) en de ministeries van OW en TCT.
