Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft volgens vakcentrale OPTSU geen duurzame verlichting of ontwikkeling gebracht voor Suriname, en een tweede programma zou dat evenmin doen. Tijdens het VES-debat op donderdag uitte Henk Ramnandanlal, vertegenwoordiger van OPTSU, stevige kritiek op het gevoerde beleid en presenteerde hij alternatieven gebaseerd op binnenlandse economische kracht.
“Geen nyun pasi met het IMF”
Ramnandanlal richtte zijn pijlen ook op de Nationale Partij Suriname (NPS), die zich via woordvoerder Sylvano Tjon Ahing krachtig uitsprak vóór een tweede IMF-traject. Hij noemde het tegenstrijdig dat de NPS zich in de publieke sfeer profileert met de slogan “A Nyun Pasi”, terwijl het tegelijkertijd IMF-beleid steunt. “Ik zie geen nyun pasi met het IMF,” aldus Ramnandanlal.
Resultaten blijven uit
Volgens de vakbondsman is geen enkel doel van het eerste IMF-programma bereikt:
• De begroting van de overheid is nog steeds niet in balans,
• Monetaire stabiliteit ontbreekt,
• En de verhogingen van nutsprijzen zijn volgens hem “achterhaald” door de verdere devaluatie van de SRD.
Bovendien voorziet hij dat nutsbedrijven als EBS en SWM binnenkort weer subsidie nodig zullen hebben, ondanks eerdere stappen richting marktconforme tarieven.
Ramnandanlal wees ook op de impact van de Open Markt Operaties (OMOS), een instrument van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) dat onder IMF-toezicht werd uitgevoerd. De staat heeft inmiddels een schuld van bijna SRD 9,5 miljard opgebouwd via OMOS, en SRD 8,5 miljard aan rente betaald aan banken en verzekeraars. “Dit geld zal binnenkort moeten worden terugbetaald. Daarmee zal de SRD verder ontwaarden.”
Alternatief: Beleggingsfonds voor en door Surinamers
Als alternatief pleit OPTSU voor mobilisatie van binnenlands kapitaal. Surinamers hebben volgens Ramnandanlal momenteel US$ 2,5 miljard aan spaargelden bij lokale banken, waarvan US$ 600 miljoen recentelijk al werd geïnvesteerd in obligatieleningen van Finabank en Staatsolie.
Ramnandanlal stelt voor om deze middelen via een nationaal beleggingsfonds te activeren, met obligaties die 10% rente bieden. Het fonds zou gericht kunnen worden op de ondersteuning van lokale ondernemers, agrarische verwerkingsindustrieën, innovatieve producenten én toerismeprojecten. “Van zuurgoedproducenten tot toeristenoorden: we kunnen onze economie zelf versterken,” zei hij.
“Met het in omloop brengen van deze middelen, kunnen we niet alleen investeren in ontwikkeling, maar ook zorgen voor blijvende monetaire stabiliteit.”
Geen afscheid van IMF, maar wel een andere rol
Ramnandanlal benadrukte dat hij niet pleit voor een totale breuk met het IMF, maar ziet liever een rol weggelegd voor technische assistentie en institutionele versterking, in plaats van hernieuwde macro-economische condities.
