De oppositiepartijen NDP, BEP, NPS en Pertjajah Luhur hebben in een gezamenlijke brief stevige kritiek geuit op het voornemen van de regering om overheids onroerende goederen te verkopen. Volgens de fracties is sprake van een haastige en ondoorzichtige verkoop, die bovendien kort voor de verkiezingen van 25 mei plaatsvindt en daarmee volgens hen elke legitimiteit mist.
In het schrijven aan president Chan Santokhi uiten de partijen hun “grote verbijstering” over het besluit, dat volgens hen genomen is zonder maatschappelijk of bestuurlijk draagvlak. Ze hekelen het feit dat er geen meerjarenvisie is ontwikkeld en dat de beoogde verkopen niet als inkomstenbron zijn opgenomen in de begroting van 2025. De actie zou volgens hen ook getuigen van onbehoorlijk bestuur.
Een belangrijk kritiekpunt is het gebrek aan transparantie. Zo ontbreken duidelijke taxatiegrondslagen voor de waardering van de panden, en is er geen heldere definitie gegeven van wat wordt verstaan onder “niet meer in gebruik door de overheid”. Ook is niet aangegeven hoe de resultaten van het verkoopproces openbaar zullen worden gemaakt. De fracties stellen dat dit de deur openzet voor corruptie en vriendjespolitiek.
Daarnaast stellen de partijen vraagtekens bij de procedure. Hoewel het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer formeel verantwoordelijk is voor de overdracht van onroerend goed, lijkt de regie nu bij het ministerie van Openbare Werken te liggen. Dat ministerie heeft inmiddels een oproep gedaan aan geïnteresseerde rechtspersonen om zich aan te melden, maar volgens de oppositie ontbreken objectieve criteria en wettelijke onderbouwing.
De fracties benadrukken dat sommige panden en terreinen van grote historische of culturele waarde zijn, en dat het de voorkeur verdient om te zoeken naar duurzame oplossingen voor behoud, in plaats van ze af te stoten onder het mom van te hoge onderhoudskosten. Zij vragen zich hardop af of de verwachte onderhoudskosten werkelijk hoger zijn dan de huur die de overheid straks zal moeten betalen om personeel elders onder te brengen.
Tot slot wordt gesuggereerd dat de timing – vlak voor de verkiezingen – verdacht is. De partijen noemen het een “zweefteki”-handeling, bedoeld om waardevolle eigendommen snel onder te brengen bij ‘friends and family’. Ze roepen de president dan ook dringend op om het verkoopproces per direct stop te zetten.
De brief is ondertekend door vertegenwoordigers van de vier oppositiefracties: Rabin Parmessar (NDP), Ronny Asabina (BEP), Ivanildo Plein (NPS) en Evert Karto (PL).
