Het Openluchtmuseum Fort Nieuw-Amsterdam moest de deuren gesloten houden voor het publiek tijdens de pandemie. Het personeel werkt nu met man en macht aan het weer begaanbaar maken van het elf hectare groot terrein. Gerard Alberga, directeur van het Openluchtmuseum hoopt midden November het publiek weer te kunnen ontvangen.
Het personeel bestaat uit veertien leden, maar nu zijn er nog maar vier man op hun plek. De rest bestaat uit overheidsambtenaren, die door de lange stilstand van zaken zijn weggetrokken.
Dieven hebben hun kans schoon gezien tijdens de lange sluiting. Die hebben vaker huisgehouden en hebben televisietoestellen, die in de expositieruimten (gevangeniscellen) waren geplaatst, en brushcutters buitgemaakt. Met de verdwijning van de brushcutters kon het terrein niet meer worden onderhouden.
De museumdirecteur heeft de afgelopen maanden gezocht naar donateurs en vrijwilligers om het museumcomplex weer aantrekkelijk te maken. In 2015 is het Openluchtmuseum een twinningproject begonnen met het Amsterdam Museum om ons museum een attractie te maken voor de lokale gemeenschap en toeristen. “Wij konden gelukkig drie nieuwe brushcutters aanschaffen voor een totaalbedrag van drieduizend euro door het twinningproject”, meldt Alberga.
Ondernemer Armand van Alen, heeft renteloos drie brushscutters renteloos voorgeschoten aan het museum, die pas het komend jaar over geld kan beschikken van een Twinningproject. Voetbaljongeren hebben ook voor een kleine vergoeding meegewerkt aan het schoonmaken van het terrein. Het museum moet de beveiliging opvoeren, en daarom zal men meer camera’s plaatsen.