In De Nationale Assemblee (DNA) is dinsdag de Wet Productschappen met 26 stemmen voor en 15 tegen aangenomen. Een productschap kan worden beschouwd als een vorm van functionele decentralisatie, waarbij de centrale overheid een bepaald deel van haar bestuurlijke taak overdraagt aan deze publiekrechtelijke rechtspersoon.
Het is de bedoeling dat middels zelfregulering het algemeen belang wordt gediend van alle bij de productie tot en met de afzet van een bepaald product of soorten van producten betrokken groepen van ondernemingen. “Met de aanname van deze wet is aan één van de minimale voorwaarde voldaan binnen de agrarische sector met name voedsel zekerheid en veiligheid”, zei commissievoorzitter, Radjendrekoemar Debie.
Na de stemming is het verzoek aan de regering gedaan de wet spoedig af te kondigen. Minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zegt dat er geen sprake is van een gelegenheidswet. Hij verwees naar rapporten uit conferenties van 2006, 2013 en 2016 waarbij er rijstconferenties zijn geweest en stakeholders allemaal van mening waren dat er een productschap moet komen.
Middels instituten zoals de Nationale Rijstraad, het Rijstinstituut en het instituut Surexco is de sector in het verleden succesvol aangestuurd. “Er was een centrale aansturing van de sector waardoor we duidelijke resultaten hebben geboekt. Nu hopen wij met de instelling van het productschap het veel beter te doen dan toen,” zei minister Sewdien.
De Wet Productschap voor rijst zal geactualiseerd en per Staatsbesluit ingesteld moeten worden. Met de visserijsector, die beter georganiseerd is, hebben diverse gesprekken plaatsgevonden en deze sector heeft ook haar belangstelling voor een productschap kenbaar gemaakt.
Verder is in het Meerjaren Ontwikkelingsplan 2022-2026 het Productschap Aquacultuur opgenomen. Dit productschap zal in het derde kwartaal van 2025 gerealiseerd en opgebracht worden als onderdeel van de visserijsector.