Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) heeft maandag een gesprek gehad met het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL), te midden van toenemende spanningen in het onderwijsveld. De Docentenbond voor Hoger Onderwijs in Suriname (Dohos), die vanaf woensdag in beraad is, eist dringende uitbetaling van achterstallige salarissen en een garantie voor tijdige betalingen in de toekomst.
De situatie escaleert, aangezien ook het wetenschappelijk personeel van de Anton de Kom Universiteit en de Bond van Leraren bij het Technisch Onderwijs (BLTO) in actie zijn gekomen. De BLTO heeft recentelijk hun acties aangescherpt door het werk eerder te verlaten, om 10 uur ’s ochtends in plaats van 12 uur ’s middags. De bonden protesteren tegen onder andere uitblijvende of vertraagde betalingen van overwerk en gratificaties.
Minister Ori heeft zijn ongenoegen geuit over de aanpak van de bonden en noemt hun eisen “zeer onredelijk”. Hij benadrukt dat de communicatie met zijn ministerie over stakingsacties ontoereikend is geweest. “We gaan dit soort zaken nu zodanig bekijken om rechtsmiddelen aan te wenden”, verklaarde hij. Hij betreurt dat het onderwijsproces hieronder lijdt en dringt aan op het ontwikkelen van protocollen bij stakingen om de verantwoordelijkheid naar de studenten te waarborgen.
Natasia Bennanon, directeur Administratief en Technisch Beheer, legt een deel van de schuld bij de actievoerders. Ze wijst erop dat bijvoorbeeld lesurenstaten niet altijd op tijd worden ingediend, wat betalingsvertragingen veroorzaakt. Minister Ori wijst erop dat de betalingen via het ministerie van Financiën en Planning verlopen en dat vertragingen ontstaan door late of onvolledige indiening van documenten.